dub-exploration-project

"dub exploration project" verwijst naar de geografische verkenning van onze mooie planeet en naar de innerlijke ontdekkingsreis (in emotioneel en spiritueel opzicht) die de reiziger daarbij meemaakt. Dub is de naam die dierbare vrienden soms voor mij gebruiken.

vrijdag, februari 03, 2006

Nieuw Zeeland : de full monty

Auckland
Probleemloze vlucht in een halfleeg vliegtuig vanuit Tahiti. In de luchthaven van Auckland blijken de kiwi's (de Nieuwzeelanders) heel begaan met de bescherming van hun fauna, flora en gewassen. Buitenlandse reizigers moeten elk bagage onderdeel aangeven dat in contact zou zijn gekomen met vreemde bio-organismen in buitenlandse biotopen om enig besmettingsgevaar te vermijden : wandelschoenen, tenten, noem maar op. Foute aangiftes worden gesanctioneerd met zware boetes.
Een vlotte shuttlebus brengt me naar Fat Camel Hostel waar ik gereserveerd heb... voor de dag ervoor. Ik was er me in Tahiti niet van bewust dat ik de datumlijn zou oversteken en dat vandaag, gisteren was. Meteen maak ik kennis met 1 van de coole uitdrukkingen die de kiwi's hanteren : "No worries, mate", zalft de vriendelijke Maori receptioniste.
Fat Camel zit krakvol met jonge backpackers. Alles is hier in orde, voorzien op alle klassieke noden van reizende jonge mensen.
Ik begin de verplaatsingsmogelijkheden binnen Nieuw-Zeeland te bestuderen. Auto kopen, auto huren of de go-on-go-off bussen. Patricia, een mooie en sympathieke zwitserse met wie ik meteen goed overeen kom koopt een wagen maar haar plannen zijn nog te vaag.
Ik wacht een dag af, rustig genietend van de sfeer in de Business District, waar ook de talrijke hostels gevestigd zijn. Op het zonnig terras van een falafel restaurantje realiseer ik me dat ik besmet ben geraakt : met de reismicrobe. Een heerlijk terugblikken op de afgelegde weg en honger naar wat komen gaat.

Ik opteer uiteindelijk voor het Full-monty trajekt van Kiwi-Experience (zie link). Quasi elke dag rijden er bussen van de ene plek naar de andere waar je op en af kan stappen waar je maar wil. Deze bussen zijn geen gewone Intercities die van stad A naar B rijden. De chauffeurs zijn tevens ook gidsen die heel wat weten te vertellen over het land en de cultuur, vooral wanneer ze Maori zijn. Verder wordt er onderweg gestopt voor wandelingen, highlights en viewpoints of gewoon bij de supermarkt zodat je nooit naar de restaurant of zo hoeft. Iedereen aan boord kan zelf zijn slaapplaats uitzoeken en wordt daar 's avonds gedropt en 's ochtends opgepikt, vooralleer verder gereisd wordt. In een aantal gevallen stelt Kiwi Ex unieke accomodaties voor, zal later blijken.

Ik neem afscheid van Patricia, die me tot de bushalte begeleidt. We hebben het gevoel elkaar al lang te kennen en hopen elkaar nog op het eiland te kruisen. Je weet nooit. Zo kwam ik gisteren Sally tegen in de supermarkt. Een Engelse die ik in camping Nelson in Tahiti had ontmoet.
De eerste halte brengt me op Mount Eden, een van de ongeveer 70 slapende vulkanen in de streek. Met dien verstande dat Mount Eden in het midden van Auckland ligt. Vanop de top heb ik een mooi zicht op de stad. Het merkwaardige is dat een kudde koeien op de met gras begroeide vulkaan leeft. Er zit zelf eentje helemaal onderaan in de groene krater.

Coromandel
Vandaar uit vertrekt de bus naar het Coromandel schiereiland doorheen de Kopu Ranges met zijn prachtige groene landschappen van boomloze glooiende heuvels enkel met prairie-gras getooid. De miljoenen schapen en koeien die hier al decennia grazen hebben in alle berg-en heuvel flanken kort op elkaar volgende horizontale wandelpaden gesneden. Dit geeft aan het relief hier zijn uniek geribbeld aspekt. Of hoe dieren vorm geven aan hun biotoop. Ander kenmerkend element zijn de reuze varens die overal te zien zijn en er uitzien als palmbomen, soms tot 10 meter hoog. Het landschap wordt verder nog gepunctueerd door populieren en treurwilgen.
In de supermarkt koop ik een immuniteit versterkende Echinacea-kuur. Het weer is in vergelijking met het tropische Tahiti vaak koel en vochtig en dat zal me helpen vlot de overgang te maken. Het kan hier de ene minuut regenen en even later gevaarlijk zonnig zijn. Nieuw Zeeland bevindt zich heel dicht bij het gat in de ozonlaag en krijgt 7 a 8 procent meer UV dan als het zich in het noordelijk halfrond zou bevinden. Daarom raadt een onderzoeker uit Australie vakantiegangers en buitenwerkers aan om zonnecreme te smeren...onder de kleren ! Jekkes... De krant waarin ik dit lees geeft ook het UV-index aan voor de dag : 11 op een schaal van 10 : extreem.
Buzz, onze Maori-chauffeur met relatief bruine huid vertelt dat hij in Australie OK is maar in Nieuw Zeeland verbrandt ook hij. Hij meent dat het weer in NZ de laatste jaren veranderd is. Of hoe de mens vorm geeft aan zijn biotoop...

We houden halt bij Hot Water Beach, een strand waaronder een warmwaterbron ligt. Slechts enkele centimeters onder het zand ontspringt het zeer warme water. Een van de vele geologische curiosa van dit heel vulkanisch eiland.

Rotorua

De bus naar Rotorua vertrekt om 7u30 en passert de Karangahake Gorges. Mooie natuur onder de zon maar vooral een plek waar veel goud gevonden is en waar veel restanten van de mijnen zijn overgebleven. Ik doe er wat rugby-passen met de Welsh-guys op de bus. Rugby is hier de nationale sport en bijna iedereen in Europa kent de fameuze All Blacks en hun indrukwekkende strijddans van uitpuilende ogen en uitgestoken tongen, de Haka.
We stoppen nog even in Mata Mata, alias Hobbitton, in de buurt waarvan sommige scenes uit de film "Lord of the Rings" gedraaid zijn. Sedertdien is het toerisme er geexplodeerd. De film heeft trouwens heel Nieuw Zeeland scherp in de kijker gezet en meer toeristen gelokt.
Rotorua is vol warmwaterbronnen. Hier helder water, daar blubberende modder. Je vindt er in de parken, tuinen en zelfs in hostels, in getemde vorm : zwembaden. De zwaveldioxide die door de geothermische aktiviteit gecreeerd wordt geeft de stad haar speciale geur. Rot...torua.
's Avonds leer ik Anna kennen, een Duitse die gaat Wwoofen : als vrijwilliger werken in een boerderij tegen kost en inwoon. Wwoof, de organisatie voor World-wide Opportunities on Organic Farms geeft een brochure uit waarin je de boerderij van je keuze kan vinden.
Anna is 1 van de vele meisjes die alleen reist. De jongste die ik tegenkwam was, Mariska uit Holland. Pas achtien en zeven maanden weg. Je moet het toch maar doen.
Ik ga naar een traditioneel Maori-event op een lokale Marae, een heilige gemeenschapsplaats. Wat touristy, maar volgens Buzz een correcte weergave van de traditie van dit trots volk. Marae is een Maori-woord dat ook gebruikt werd in Tahiti. Dat komt doordat Maori een lid is van de Polynesische talen. Het deelt zowel taalkunde als woordenschat met de meeste talen van de South Pacific.

De volgende dag vertrekken we naar Waitoma in de hoogtes. De weg is opnieuw prachtig. Een kleine baan door een exclusief groen landschap hoofdzakelijk bewoond door koeien en schapen. Een wandeling door de rainforest leert dat "rain" niet voor niets staat. Het is er heel vochtig en alle bomen hangen vol sappige mossen, wat het gevoel van gedempte sereniteit verhoogd.
Er begint al snel een groepsgevoel te komen op de bus, we eten samen en lopen daarna naar de pub. Er zijn vooral Engelsen, Welshen, Ieren en Canadezen. Ik leer dat er bij de Welshen een sterk nationaliteitsgevoel is, net als bij de Schotten. Wanneer ze hun land moeten invullen bij hotelregistraties dan schrijven ze niet Groot-Brittanie maar wel Wales of Schotland.

Taupo

Op weg naar Taupo wandelen we opnieuw door een stukje ongerepte rainforest. Vroeger was het overal zoals hier, maar alles is kaalgeslagen om weilanden te maken. Dat maakt Nieuw Zeeland zo paradoxaal. Een groener land heb ik nooit gezien. Terzelfdertijd betreft het een van de meest bizarre ecologische rampen uit de menselijke geschiedenis. Het bosareaal is met 85 procent gekrompen sinds de menselijke kolonisatie van het eiland. 3/4 van het land is ter beschikking van landbouw en commerciele bosbouw. De meeste bomen zijn snel groeiende pijnbomen die men uit de VS gehaald heeft omdat het grotere winsten opbrengt dan de inheemse boomsoorten. Vandaag de dag schiet er slechts een magere 10 procent over van de "native forests". Ik zal gedurende de reis nog vele malen vaststellen hoe de commerciele bosbouw ganse bergflanken in ware maanlandschappen verandert.

We rijden doorheen kleine dorpen. De Kiwi's wonen er in nette vaak houten 1-verdiepingshuizen met zorgvuldig onderhouden tuintjes vol bloemen. In Taupo gaan nogal wat mensen Skydiven. NZ is een van de landen waar je dit het goedkoopst kan doen. DVD van je prestatie inbegrepen.
Ik blijf een dag in Taupo rusten. Freezing, ik ben verplicht een muts te kopen op een paar weken van de zomer.

We rijden door Tongariro nationaal park, waar normalerwijze drie vulkanen naast elkaar te bewonderen zijn, waaronder de fameuze Mount Doom uit Lord of the Rings (LOTR). Helaas zijn de besneeuwde toppen grotendeels in de wolken gehuld. In de vlakte daarentegen zet de zon de gele bremvelden in vuur en vlam. Wat verderop ligt een mooie vijver met waterval. Voor de LOTR fanaten : het is Gollum's pool.

We zetten onze weg verder naar River Valley Lodge. Deze lodge zit diep in het binnenland en we moeten er langs de vele scherpe groene heuvels zigzaggen om er te geraken. Er straalt een enorme rust uit deze plek aan de rivier, die hogerop 1 van de beste rafting-stroken biedt. Lindsey, een Canadese haalt haar vislijn uit de rugzak en gaat vissen.

Wellington

Komt dan een rit door grijs, regenachtig weer naar de hoofdstad, Wellington. Een kalme hoofdstad met slechts 163.824 inwoners op een totaal van 4 miljoen voor geheel NZ. Ik bezoek er het Te Papa museum waar de kiwi's heel trots op zijn, Ons Huis. De botanische tuin van waaruit ik een prachtig zicht krijg op de stad kan bereikt worden via een cable-car, een beetje zoals in Lissabon. De zon is gelukkig op de afspraak wanneer ik mijn bezoek verderzet naar het parlement en de oude regeringsgebouwen (een van de grootste houten gebouwen dat er uitziet alsof het in steen werd opgetrokken. Vlak tegenover het parlement ga ik iets drinken in de Backbencher pub waar parlementsleden "ene" gaan drinken na het werk. Aan de muren hangen karikatuur-poppen in Spitting-image stijl van ministers en uit het oog springende parlementsleden, zoals Nieuw Zeelands rasta-parlementslid. Leuke sfeer en weer tekenend voor de relaxedheid van de kiwi's. It's all good, mate.
Ik kan maar niet wennen aan de omgekeerde rijrichting. Hier rijdt men links. Telkens wanneer ik in het midden van de baan ben weet ik niet meer waar ik nu moet kijken. En in mijn ervaring zijn de kiwi's dan weer weinig voetgangers-vriendelijk.

Ik verneem 's anderendaags dat Wellington tijdens de nacht "getroffen" werd door een 4.2 aardbeving. Ik heb er niets van gevoeld. Misschien zal ik gedacht hebben dat het de kerel van het bovenste bed was die na een avondje in de pub wat ruw in bed kroop.

Nogal wat backpackers reizen tegenwoordig de wereld rond met hun GSM en gebruiken die alsof ze thuis waren. Nieuw Zeeland is bovendien zo westers dat het voor veel jonge Britten moet lijken alsof ze gewoon in een andere Britse stad verblijven.

Nelson

Om het Zuid eiland te bereiken is een drie uur durende overtocht met de ferry nodig. De zee is kalm, in de verte zijn een aantal dolfijnruggen te zien. De boot vaart een soort fjord binnen tot in Picton. Van daaruit voert een relatief korte rit naar Nelson. De stad met het meeste zon in Nieuw Zeeland, wordt gezegd. Queenspark is een prachtig parkje met vijver. Hier zouden de impressionisten hun kicks wel gehaald hebben. Ik raak er in gesprek met een Duitse die hier leeft en vrijwillig gaat wandelen met verlaten honden uit het asiel. Ze heropvoedt de honden op zachte manier en geeft me een aantal tips om met honden om te gaan. De kathedraal is mooi omgeven door prachtige bomen, waaronder een 100 jaar oude Sequoia.

In Kaiteriteri aan de Abel Tasman park breng ik de namiddag door met Rhyan, een meisje uit Wales. We wandelen en eten langs het strand. De zee is azuurblauw, de zon op de afspraak. Het blijkt dat we bezig zijn met dezelfde dingen, zoals bewust van het NU genieten en de Vipasana meditatie wijsheden die daarbij helpen. Uit een boek dat ik "toevallig" in het boekenrek van Jean-Marc en Casey in Tahiti vond noteerde ik o.a. het volgende dat mij als onverwachte solo-traveller al veel geholpen heeft :
"If fear or wanting arises, it is seen within the spaciousness that surrounds it. We don't get lost by becoming it, but simply see it as just another moment in the mind flow, another something which arose uninvited and will pass away in the same manner".

Westport

Westport bereik je na een lange rit langs de Alpen van de westkust. Het landschap is pre-alpijns en mixed met Haute-Provence ingredienten zonder lavendel. We evolueren langs een zigzaggende V-dal waardoor een heldere rivier stroomt. De vissers in de bus zitten te watertanden. De muziek die Buzz opgezet heeft is tof en al dat groen, ik voel me goed.
In Bazil's Backpackers vraag ik de gastvrouw hoe het komt dat het landschap zo gespaard is van lelijke reklamepanelen. "We don't like them", zegt ze resoluut en vertelt dat het Ministerie van Verkeer heel strikt is over het plaatsen ervan. Dit zorgt onder andere voor de "ongereptheid" van de landschappen.
Voorbij Westport loopt de baan langs grijze zandstranden waar witte golven dicht op elkaar aanrollen. Bij Cape Foulwind leidt een pad naar een viewpoint op een zeehondenkolonie. Dikke mannetjes luieren op de rotsen. Andere zeehonden zwemmen handig in de inslaande golven zonder verscheurd te worden op de scherpe rotsen.
Langs de weg, twee Holcim cimentfabrieken als een knipoog van mijn gemiste oud-collega, Laurence. Wat verder de Pancake Rocks en Blowholes bij Punaikaki.
Geribbelde zandstenen rotsen die doen denken aan een reuzestapel pannekoeken en waar de zee metershoog komt opstuwen uit holen.
We stoppen 's avonds in the middle of nowhere in Les Lisle's backpackers annex pub aan Lake Mahinapua. Les is een dynamische tachtigjarige All Black legende. Het is vrijdagavond en party-time. Voor het feest loop ik naar het meer. Het plaatje : heel in de verte, een bergketen, dichterbij een bos en dan het meer. Vlak voor me sierlijk riet en fris gras. Dan ik, op mijn rots die alles in me opneem. Op mijn iPod, oud-Italiaanse klassiek met hemelse tinten en de vervoering vult mijn hart. Net als ik me afvraag hoe veel dieper dit gevoel zou kunnen gaan landt een sneeuwwitte reiger op enkele meters van me. Waow...Ik heb de laatste maanden al veel zulke sterke emoties gehad in de natuur. Wil ik wel terug naar de stad ?

De volgende etappe leidt naar Frans Jozef Glacier. Een machtige gletsjer waarop trektochten worden georganiseerd. Je kan er ook met de helikopter naartoe. Dure grappen allemaal. Het wordt een rustdag voor mij. Al die kilometers op de baan dat kruipt in je kleren. Die vliegen dan ook in de wasmachine.
In de keuken van het hostel ontmoet ik David, een jonge Brit, die op het punt staat om te vertrekken. Na vijf minuten gesprek verbazen we ons erover dat we over de kern van ons leven en onze dromen gepraat hebben en iets dieps gedeeld hebben. We wisselen snel e-mail adressen uit. Het trof me dat David in mij een leraar zag. Later zal Tilde, een Deense, me hetzelfde vertellen. Waardevolle feedpack voor iemand die op zoek is naar z'n Dharma (Sanskriet voor "doel in het leven").

Een meisje van de kuisploeg van het hostel vertelt me dat ze zeven dagen per week werkt, zonder overloon en momenteel zelfs geen contract heeft. Dit contrasteert met de meeste verhalen die ik hoor over hoe relaxed Nieuw-Zeeland is op arbeidsvlak. Een overuren cultuur zou onbestaand zijn. Een Britse jurist die naar Wellington gedetacheerd werd vertelde me hoe zijn baas om 17 uur zijn kantoor binnenkwam, hem een pint toeschoof en zei : "go home now".
Wat wel vaststaat is dat de vakbonden in de jaren tachtig op Thatcheriaanse wijze geemasculeerd werden.

Op weg naar Wanaka stoppen we bij Lake Matheson, een mysterieus meer waarin je de weerspiegeling van de besneeuwde Mount Cook kunt bewonderen. Tenminste als hij niet met zijn hoofd in de wolken zit. Met 3.754m is Mount Cook de hoogste berg in NZ. Vervolgens rijden we door U-vormige dalen. De heuvels zijn in mist gehuld. We volgen de rivierbedding en stoppen af en toe bij een waterval. Nathan, een jonge Amerikaanse visjunkie profiteert van elke stop om een paar minuten op forellen te vissen. Dit vraagt een vloeiende beweging die hij vlot beheerst. Het geeft aan de hele scene een sterk "And a river ran through it"-look (film met Brad Pitt).

Queenstown

Net voor Queenstown stoppen we bij een hangbrug waar A.J. Hacket, de vader van de commerciele bungyjumping 1 van zijn vele sites heeft. Het gaat er nogal industrieel aan toe. De ene jumper wordt na de andere geprocessed onder het gedreun van luide technomuziek. Twijfelaars aan de rand van de afgrond krijgen een subtiel pushke in de rug bij het aftellen. Twee meisjes die samen aan 1 elastiek springen kletsen nogal hard tegen het wateroppervlak aan. Jeff, een Canadees die ooit in zo'n bedrijf gewerkt heeft vertelt dat meisjes soms liegen over hun gewicht wanneer erom gevraagd wordt om de veerlengte van de rekker te bepalen. Met alle gevolgen vandien.

Vrijdagavond in Queenstown is party-time bij uitstek. In het hostel waar ik verblijf is er een bar annex disco. De jongere backpackers drinken zich weer eens te pletter. In sommige hostels is alles gericht op drankverkoop : happy hours, 2 voor 1 bonnetjes, wedstrijden met gratis drank aan de sleutel. Het wordt voor mij weer een leuke dansavond. Ik heb trouwens in jaren niet meer zoveel gefuifd als in die vijf weken NZ.
Topper voor mij zijn de Queenstown Garden. Een mooie park aan het meer met reuze Sequoia's, geurige Eucalyptussen en Rose Garden. Ik ga er ook naar de bowlers kijken in de Queenstown Bowling Club. Keurig in het wit geklede mannen spelen er een soort petanque op Wimbledon gras. Sommige spelers komen met mij een klapke doen. Ze blijken Hollanders te zijn die in de 50er, 60er jaren geimmigreerd zijn.

Bottom Bus

Vanuit Queenie hop ik op de Bottom Bus die het meest zuidelijke deel van het zuid eiland verkent, 1 van de minst bezochte streken. We rijden eerst door fruitboomgaarden en wijngaarden omgeven door hoge muren van populieren. Langs de weg kopen we kersen en aarbeien , tja zomer zeker...
Ganse heuvelruggen zien geel van de bloeiende bremmen. Tegen de middag geraken we in Dunedin. Na de obligate stop bij Baldwin street, met een helling van 38%, de steilste straat ter wereld, maak ik kennis met deze sympathieke stad met sterke Schotse traditie. Dunedin is eigenlijk Edimburg in het Gaellic.

De weg naar Balclutha (jawel) is prachtig. Er is iets ondefinieerbaar bijzonders aan deze regio, iets wilds. Sommige heuvels zijn als sterrenhemels, waar de sterren rose, paarse en witte "foxgloves" zijn die in al dat grasgroen lijken te flikkeren. De dikke pluizige schapen en lammetjes doen dienst als melkweg. In de heuvelplooien waar bomen en struiken niet geveld konden worden zien de donker-en roodgroene struiken eruit als reuzebroccoli's. Overal loopt wel een rivier ergens naartoe. Bucolischer kan niet.
In de Catlins wandelen we op een strand waar twee reuze, haast vormeloze zeeleeuwen luieren. Je moet op minstens 20 meter blijven want hoe ongelooflijk ook, zonder deze voorsprong verlies je de sprint.

Curyo Bay

We stoppen in Curyo Bay voor de nacht. De baai is semi-circulair met een halsband van witte zandstranden en vlak erachter de groene prairies.
Op het strand loopt een koppel lieflijk onhandige yellow-eyed pinguins. Deze vogels blijven hun hele leven samen. 's Avonds loop ik nog even naar het strand. Hemelse fluit sonates transformeren het moment tot veel meer dan de beleving van een mooi landschap.
Minder harmonieus is het feit dat er in onze kamer van zes een zwetende Zweed slaapt met een keizware griep en koorts. Ik neem het zekere voor het onzekere en slaap op de sofa in de gemeenschappelijke kamer. Als ik 's morgens wakker wordt ben ik omgeven door 4 slapende meisjes op hun naar buiten gesleepte matrassen...
De weg van Curyo Bay naar Te Anau doorkruist uitgebreid farmland. Iwan, een boer uit Wales en tevens mijn adviseur voor al mijn boerderij gerelateerde vragen (hoeveel keer per week melk je een koe, hoeveel liters melk, enz.) trekt foto's van koeien, schapen en hoeves om aan zijn vader te tonen. Zo zie ik nog eens hoe elk 1 en hetzelfde gegeven anders beleeft doorheen de filter van zijn eigen ervaring. Of om het met Anais Nin te zeggen : "we don't see things (ik zou daar gerust people aan toevoegen) as they are but rather as we are".

In Riverton stoppen we in een winkeltje van Paua-juwelen. De Paua is een blauwe schelp. Voor 3$ leert de winkelier je om met zijn slijpmachines zelf een hangertje te maken uit een ruw stuk schelp. Het is bijzonder bevredigend om de stiel te leren en eens iets met mijn handen te maken.

Op naar de bekende fjord, Milford Sound. Indrukwekkend landschap doorheen gletsjer valleien, op plaatsen bedekt met roze en paarse bloementapijten. De bergflanken zijn waanzinnig steile, quasi vertikale granieten muren. In deze streek valt 7 meter neerslag per jaar. Soms valt er een halve meter op een dag. Dan ontstaan duizenden watervallen en zwellen de rivieren tot woeste bergstromen.
De boot vaart door Milford fjord tot aan de Tasmaanse zee. Precies daar wacht een grote groep dolfijnen ons op. Voor de boeg, 2 meter onder mij, zwemmen er zes zeven net onder het wateroppervlak. Ze laten zich moeiteloos voortstuwen door de watermassa die de boot voor zich uitduwt en zigzaggen er speels in. Elders springen ze uit het water en laten zich vrolijk op hun zij in de golven neerploffen.

Na dit levend natuurwonder volgt meer minerale pracht. Op weg naar Queenstown stoppen we bij een 'chasm' : hier heeft de rivier over de millenia heen, kommen, schoorstenen en watervallen in de zachte rots gehouwen. Op een bord lees ik een citaat van Thoreau :
"The finest workers in stone are not copper or steel tools, but the gentle touches of air and water working at their leisure with a liberal allowance of time."

Christchurch

Van Queenstown naar Christchurch, een rit van 500 k (keei) zoals ze hier zeggen. Wijngaarden. Hemelsblauwe-turkoois meren, Lake Pukaki en Tekapo, waarvan het waterpeil serieus begint te slinken door gewijzigde neerslag omstandigheden. "This is what we do to our earth", zegt de Maori gids gelaten.
En dan aangenaam Christchurch met zijn prachtige botanische tuin, antieke tramlijn en kathedraal, waar de lokale groenen een anti-WTO en Irak-oorlog betoging houden. Een van de sprekers wijst naar een Nieuw-Zeelands bankagentschap verderop die munt slaat uit deze oorlog.
Vlakbij doe ik een klapke met een Libanese migrant. Hij zegt dat hij niet kan klagen over racisme in NZ, er is geen vergelijk met wat er in Australie gebeurt.
Christchurch is volop in Kerstsfeer, X-mas melodietjes en decoratie. Dagen op voorhand wensen de kiwi's je al een "Merry X-mas".
Vooralleer ik naar Kaikoera vertrek neem ik afscheid van mijn Welshe vrienden met wie ik 3 weken rondgetoerd heb.
Na het dolfijn-zwemmen en whale-watching Mekka, Kaikoera, waar de zee spijtig genoeg te hevig was om uit te varen, keer ik weer helemaal terug naar Taupo op het Noord-Eiland.
Om de impakt van het dure Nieuw Zeeland te beperken haal ik mijn kost zoveel mogelijk uit de supermarkten. Ik hou er een regiem van pasta, brood, hummus en pindakaas op na. Weliswaar vakkundig aangevuld met vitamine-supplementen. Azie komt er bijna aan met haar spotgoedkope, heerlijke, gezonde keuken en verse vruchten. Nog een beetje geduld.
De supermarkten houden er trouwens een aantal consumentonvriendelijke gewoonten op na, die me uiteraard niet konden ontgaan. Als daar zijn : rekeningen naar boven afronden ten voordele van de handelaar, gebrekkige prijsaanduiding en weinig scrupules waar het op vervaldata aankomt. In de versafdeling : " Oh ! 't is maar zes dagen overtijd, sir".

East As Bus

Vanuit Taupo hop ik op de "East As bus" die het oosten van het Noord-Eiland bedient.
Het valt op hoe de meeste plaatsnamen in Nieuw Zeeland Maori-namen zijn. Het respect voor de Maori cultuur is groot. Het Maori is trouwens een officiele taal naast het Engels en de regering houdt bij het nemen van beslissingen (zoals het aanleggen van wegen in de buurt van Maori (heilige)gronden) rekening met de culturele realiteiten van deze 14,7% grote minoriteit.
Een uitzondering op de regel van de plaatsnamen is de art-deco stad Napier. Na een vernietigende aardbeving begin 20ste eeuw is de stad gedeeltelijk teruggebouwd in de stijl van die periode.
Het is ook een wijnstreek met domeinen en ja, zelfs een aantal lavendelboerderijen.
Verderop verraadt de rustige stad Waiora niets van haar bewogen verleden. In de jaren '80 kon je hier een huis met zwembad kopen voor 600.000 Bef toen twee brutale Maoiri-gangs beslisten hun hoofdkwartieren hier over te brengen en elkaar begonnen uit te moorden.
Na een rit door ruw agrarisch gebied, houden we halt een paar kilometers buiten Gisborne in de Chalet Surf Lodge aan een super surf-strand. Het is er zonnig. De golven ontrollen zich in turkooizen watertunneltjes waarop leerling-surfers zich staande proberen houden. Het geurt naar de zee en in de zon drogend gras, hmm.

In de Eastenders Farmstay, een guesthouse op de boerebuiten leer ik een traditionele Maori bone-carving te maken (zie link) onder begeleiding van een Maori koppel en van de lokale Maori radio. Ik maak een Hei-Matau, een gestyliseerd vishaakmotief. Dit vraagt heel wat werk maar ik ben tevreden over het resultaat.

Langs een winderige, ruwe kustlijn met schuimbekkende zee, via de vuurtoren van East Cape geraken we bij Te Kaha Homestead Lodge. Deze lodge wordt uitgebaat door een Maori gezin. We worden verwelkomd door de heer des huizes met de traditionele Maori-groet. Neuzen en voorhoofden worden tegen elkaar gedrukt. Het gezin zingt een welkomstlied dat dan door de gasten moet beantwoord worden.
De lodge staat op een klein schiereiland met zicht op de tuin, rotsen en de zee. En op de rotsen, enkele meters boven de zee ligt een yacuzzi op ons te wachten. Als Romeinse keizers zitten we in het warme water naar de ondergaande zon te glimlachen. "Sweat as, bro". Heel de avond wordt er gezongen.

Een dag of twee later sta ik weer in Fat Camels in Auckland. Een lumbago wijst me erop dat de tijd gekomen is om eens een paar dagen uit te blazen. Het worden vier "stijf" gezellige dagen van schaak-en lachpartijen met de Canadezen Jeff en Randy, op straat zingen met een getalendeerde fransman met Londens accent aan de gitaar, Lionel, wandelingetjes, ontmoetingen.

Als bij wonder fixt een osteopaat mijn rug amper 4 uur voor mijn 10-uren vlucht naar Bangkok, waar ik met mijn vriend Geert heb afgesproken om naar Laos te reizen.