dub-exploration-project

"dub exploration project" verwijst naar de geografische verkenning van onze mooie planeet en naar de innerlijke ontdekkingsreis (in emotioneel en spiritueel opzicht) die de reiziger daarbij meemaakt. Dub is de naam die dierbare vrienden soms voor mij gebruiken.

maandag, februari 14, 2011

Ik hou van deze website : www.neosurvivalisme.com

vrijdag, april 14, 2006

Mijn kortste winter

Herinner u. Ergens in oktober 2005 krijg ik de kans de "What the Bleep do we know"-conferentie in Phoenix, USA, bij te wonen. Een van de sprekers is de bioloog Bruce Lipton. Hij presenteert er de inzichten en conclusies uit zijn laatste werk "The biology of belief" (zie link in de rechterkolom V.S.). Hoofdthesis is "the biochemical effects of the brain’s functioning show that all the cells of your body are affected by your thoughts". Allemaal goed en wel, bedacht ik me later achter het stuur van mijn huurwagen, maar hoe verander je je (onbewuste) overtuigingen dan ? Enige dagen voor mijn vertrek naar Tahiti lees ik 2/3 van het boek in een Barnes & Noble bookstore in LA. Het antwoord stond op de laatste twee pagina's. Bruce Lipton verwijst naar Psych-k als de meest integere, efficiënte en geloofwaardige methode die hij kent om "beliefs" te veranderen. Er wordt een website opgegeven die ik gretig opzoek.
Ik lees er dat in heel de VS workshops georganiseerd worden, maar mijn vertrek is gepland, Tahiti roept en het lijkt allemaal zo simpel...
Het is pas in Nieuw Zeeland dat het idee begint te rijpen om terug te keren naar de VS.
"If you believe you can or if you believe you can't...you're right", zei Henry Ford. Het besef de laatste weken dat deze stelling voor mij klopt, scherpte mijn belangstelling nog aan.
Ik realiseerde me dat de meeste grenzen die ik relationeel, fysisch, professioneel, enz ervaren heb in mijn leven diegenen waren die ik zelf, bewust of onbewust, had gecreëerd door wat ik geloofde dat (ik) kon of niet.

Niemand minder dan Gandhi zei het volgende over beliefs :

Your beliefs become your thoughts
Your thoughts become your words
Your words become your actions
Your actions become your habits
Your habits become your values
Your values become your destiny

Ik had dus grote verwachtingen toen ik na een reis van bijna twee dagen in Denver, Colorado, landde. Van Bangkok was ik over de winterse Tokyo/Narita luchthaven naar LA gevlogen. Daar overnachtte ik in Backpackers Paradise. Een ietwat "dodgy" plek met een mix van backpackers en "louche" typen. Ze hebben een gratis shuttle van en naar de luchthaven, verwarmd openluchtzwembad (waar ik nota bene comfortabel gebruik van maakte putje Californische winter) en zijn misschien wel de goedkoopste plek in L.A. In het holst van de nacht werd ik wel verplicht naar een andere slaapzaal te verhuizen, toen de enige andere gast, een 1OO kilo serial-killer-achtige spiermassa het licht boven mijn bed aanstak en weigerde uit te doen. Love it or leave it. De keuze was snel gemaakt...

Een paar uur later landde ik veilig aan de voet van de besneeuwde Rocky Mountains in Denver. 16°C, onverhoopt. Daar mijn basis-traject enkel zonnige en zomerse etappes inhield, heb ik geen winterkleren bij. Ik heb wel AL mijn zomerkledij bij, just in case. Het hostel waar ik afzak is oud en versleten, vuil. Maar voor 13 "bucks" doe ik niet moeilijk.

Ik word rond 5 uur wakker van de kou. De kamer is ijskoud. Ik loop naar een radiator : koud. Ineens valt de oranje-roze gloed dat door de ramen naar binnen glipt me op : er ligt 10 cm sneeuw. Het vriest dat het kraakt. Dju.
Ik breng de dag door in Tattered Cover bookstore in het stadscentrum. Een leesparadijs met sofa's, stijlvolle fauteuils, eethoek/cafee en chauffage...Ik heb trouwens twee broeken, twee T-shirts, een hemd, twee paar kousen en een fleeze aan. Op twee dagen tijd maak ik een temperatuursprong van minstens 35°C mee.

Na een nieuwe koude nacht waar ik alle dekens van de vrije bedden gehaald heb beslis ik naar de andere hostel te verhuizen : "of course we have heating!", antwoordt de verraste uibaatster me aan de telefoon.

De komende dagen geniet ik met volle teugen van de workshop en een persoonlijke sessie met de trainer. We leren simpele methodes om met het onderbewustzijn te communiceren en zo (on)bewuste negatieve overtuigingen te ontdekken en te vervangen door positieve, gewenste overtuigigen. Het mooie aan die techniek is dat elkeen het helemaal op zijn eentje kan doen.

Na het "werk" ga ik telkens in St Mark's Coffeehouse (zie mooie website in de linkerkolom, klik op "menu" en "photo's") lezen en genieten van de warme, gezellige sfeer. Heerlijk om met een stomende kop thee in de hand te mijmeren bij het zicht van de besneeuwde daken en bomen doorheen het grote gevelraam. Binnen zitten de mensen gezellig te schaken, te babbelen of op de portable te werken. Winterplezier.

Ik hou van Denver. Naar verluidt schijnt de zon er 300 dagen per jaar (zie link). In de Shuttle die mij terug naar de luchthaven voert heb ik het gevoel dat ik hier ooit terugkom.
In de minibus ontstaat een plezante ketting van ontmoetingen onder impuls van de joviale best-seller schrijfster, Joan Johnston, die elke nieuwe passagier naar zijn verhaal vraagt. Zo blijken vier mensen speciaal naar Denver te zijn gevlogen voor de amerikaanse voetbal match tussen de Broncos en de Steelers. Zij uit Florida, twee kerels uit Fresno, CA en een Brit, all the way uit Engeland.

Olivier, mijn boezemvriend in LA, komt me aan de luchthaven oppikken. We hebben voor de komende dagen een klein road-avontuur gepland.

Vrijdagmiddag vertrekken we in onze gehuurde rode decapotable Ford Mustang voor een week-endje Las Vegas. We wisselen elkaar af aan het stuur en genieten jongensachtig van ons speelgoed, van het "on the road" zijn, Jack Kerouac achterna.
Om 20u30 rijden we Vegas binnen. Duizend neonlichten en gekke casino-gebouwen. We nemen onze intrek in de Monte Carlo, alstublieft, en haasten ons naar de speelzaal en het gokgeweld. Het geluid van de gokmachines is alomtegenwoordig. Mensen van alle leeftijden en horizonten geven zich over aan hun verslaving.
In de VS is "gamblen", gokken, een tijdverdrijf als een ander. Vraag is: kan je stoppen als je nog geld op zak hebt ?
Wij nemen het risico en opteren voor Roulette.

Als onze laatste "chip" in de gretige handen van de croupier verdwijnen duiken we het nachtleven in richting Studio 54, de club van de MGM. Maar...mijn schoenen worden te sportief bevonden. De dress-code is drastisch, de buitenwipper-en-chef almachtig en onomkoopbaar. Olivier is solidair maar ik slaag erin hem te overtuigen toch naar binnen te gaan. Er is voldoende leven in de bar, ik wacht hier wel.

We slapen uit en rond de middag gaan we buffet-eten in één van de diverse restaurants van de Monte Carlo. Ik ben blij nog eens "quality time" (zoals Colette, Oliviers vrouw, zou zeggen) met mijn maat door te brengen.

In de namiddag springen we in onze Mustang en rijden naar Red Rock Canyon, een lus van 13 miles langs een oker-rode rotsberg. We vernemen met verbazing dat deze rots een zandduin was die geleidelijk aan verhard is, wat gezorgd heeft voor duizenden strepen. Overal zijn klimmers aan het werk. Red Rock is één van de vijf top-klimsites in de VS.

Na een dutje rijden we door de woestijn terug naar Los Angeles. Vooralleer ik in Azië weer 100% veggie ga, eet ik nog een "Kingburger" bij Fatburger. Dat maakt de overgang gemakkelijker...(zie link).

Maandag zet Olivier me af aan de luchthaven. Een lange en vermoeiende vliegreis later sta ik weer in Bangkok. Van zodra ik mijn visum bemachtigd heb vlieg ik naar Indië.

maandag, maart 20, 2006

Laos : duizend bommen en granaten

Chang Mai

Op de afgesproken dag en plaats ontmoet ik mijn vriend Geert in Bangkok. Het is laat als ik van de luchthaven kom. We praten wat bij en gaan slapen.
's Anderendaags vertrekken we met de bus naar het Noord Thaisch, Chang Mai, via Sukkothai.

We vinden een rustige guesthouse en brengen een aantal serene dagen door. Geert is een gastronoom en elke maaltijd is een feest die we telkens afsluiten met fel bestreden dampartijen. Op nieuwjaar genieten we van een heerlijke banquet-tafel in Restaurant Little Tibet. De sfeer is familiaal en gezellig. Na het eten lopen we naar het vuurwerk. Op het plein waar een gratis concert plaatsheeft laten de Changmaaienaars, spoedig gevolgd door de toeristen, papieren luchtlantaarns op. Een potje met brandstof onderaan warmt de lucht op in de lantaarns die lichtgeel kleuren en zachtjes naar de hemel stijgen. Meteen wordt de oudejaarshemel gevuld met tientallen lantaarntjes, sommigen zo hoog dat ze nauwelijks te onderscheiden zijn van de sterren. Een mooie manier om een wens naar de cosmos te sturen of iets los te laten.

Laos

We vetrekken met de minibus naar Chiang Kong aan de grens met het communistische Laos. Een vlotte rit langs mooie landschappen van in dit seizoen droge rijstvelden, soms in terrassen, en dichtbegroeide heuvels. Prachtig weer. De temperatuur is aangenaam.
Het terras van onze guesthouse geeft uit op de Mekong met aan de overkant Huay Xai in Laos. Ik wandel langs de oever. Naarmate de zon ondergaat verandert de kleur van de Mekong en de verre bergen voortdurend. Eerst pastelroze, dan melkachtig dan donkerder en donkerder. Er steken voortdurend prauwen over en grote slowboats met passagiers komen toe. Voor ik in bed kruip kijk ik nog even naar de stroom. De lichten van het dorp aan de overkant weerspiegelen zich in het water en boven de huizen stralen de sterren.

's Ochtends zijn de heuvels nog dicht in de mist gehuld. De Mekong is onzichtbaar. Het was bar koud vannacht. De dekens waren te dun en ik heb met al mijn kleren aan geslapen.
De grens verrichtingen verlopen vlot en snel erna nemen we plaats aan boord van de fameuze slow boat : een lange boot met houten afdak, houten banken, zonder ramen en waar zeker 100 mensen op kunnen.
Rond 10 uur vertrekken we voor een 2 maal 7 uren stroomafvaart gedurende dewelke het rustige Laotiaans Mekong-leven zich voor onze ogen afspeelt.
Als de mist optrekt doemen 6 heuvellijnen in de verte op, elk in verschillende zilverblauwe nuances.
We varen langs verschillende dorpen die telkens hogerop de oevers gevestigd zijn. Aan de lijnen die het water op de kanten gelaten heeft is te zien dat het waterpeil wel 2,5 m hoger ligt in het regenseizoen. Vrouwen wassen hun groenten in het bruine rivierwater terwijl zongebruinde kindjes naakt dartelen in hun levensgroot pretpark. Mannen vissen vanop hun prauwen.
Nu en dan raast een van de totaal surrealistische speedboats aan 70 km/u voorbij in een hels lawaai. De passagiers, zowel toeristen als Lao's dragen helmen met vizier en zien eruit als vreemde watersamoerais. Deze speedprauwen bereiken Luang Prabang ofwel in 1 dag in plaats van twee ofwel...nooit. Inderdaad, er zijn vaak ongelukken met die tuigen. Vorige week zijn toeristen gestorven; er waren teveel mensen aan boord. Vaak gaan ze te vlug om de rotsen te ontwaren die net onder het wateroppervlak
liggen te wachten.
Aan weerszijden van de stroom rijzen groene dichtbegroeide heuvels waar reuzebamboes van zeker 15 meter zorgen voor frisgroen vuurwerk. Er zijn soms ware zandstranden waar machtige buffels op lopen. Elders benutten de mensen de vruchtbare oevers om moestuinen aan te leggen.
Er wordt hier en daar gestopt om dorpsbewoners op te pikken en af te zetten. Bij een van die haltes bevindt zich een klein winkeltje. Kinderen komen de passagiers Laobier aanbieden. Wanneer ze merken dat er nogal wat dorstige toeristen op de boot zitten ontstaat een gek heen en weer geloop tussen de boot en de winkel om steeds meer flessen te halen. Adam Smith's "invisible hand" aan het werk ? Hoewel Laos een communistisch land is heeft de regering al een aantal jaren geleden behoorlijk vergaande Perestroika-achtige maatregelen doorgevoerd. Er lijkt alvast een flinke portie prive-initiatief te bestaan.

Het is valavond als we in Pak Beng toekomen. In deze "middle of nowhere" bevindt zich een heerlijk Indisch restaurant waar Geert en ik smullen voor een prikje.
Na een rustige nacht vertrekken we richting Luang Prabang. Opnieuw worden we onderhouden door de verschillende scenes uit het dagelijks leven van de mensen. Zo zien we goudzoekers die met grote schalen het goudpoeder van het zand scheiden.
We kruisen nogal wat grotere boten steeds met Laotiaanse vlag aan de mast. Op sommige plaatsen zijn er stroomversnellingen en draaikolken. Dan moet iedereen gaan zitten om het vaartuig stabiel te houden.
Bij het einde van de tweede dag tovert de milde, mysterieuze avondzon alle landschappen in feerische scenes. Alles wat door de zon aangeraakt wordt, wordt mooier, levender. Hier en daar blijft de mist in de bomen hangen als een melancholische droom in de ochtendgeest. Glorie.

In Laos ben ik een gevoel dat me al een hele tijd bezighoudt, beter gaan begrijpen. Eerst duidde ik het als "individuatie" : een loskomen van, een zien enkel en alleen door eigen ogen. Ik denk nu dat in de loop van een lange reis het ego, onze masker-identiteit kleiner kan worden. We houden ermee op Gaetan, jurist bij Test Aankoop, wonende te Gent, delegee, pendelaar, klant van Delhaize, enz te zijn.
We kunnen een wandelaar onder de wolken worden, een reiziger zonder "bagage" en stillaan, heel stillaan laat dat toe de dingen dieper te beleven. Zoals nu terwijl ik dit schrijf, zittend aan de oever van de legendarische Mekong. Terwijl links van me de zon ondergaat en de rivier verblindend wordt en rechts een boom me gezelschap houdt en de avondzon op zijn ruwe schors hem nog meer boom maakt.
"Ik ben" fluistert zijn gebladerte. Middenin de mekong, op een modderbank, spelen kinderen voetbal.

In Luang Prabang heeft Geert DE plek gevonden om te ontbijten : een terrasje aan een vijver bedekt met roze lotus bloemen en omzoomd door cocospalmbomen, die zachtjes naar ons wuiven in de wind. Terwijl we het tropisch fruit dat we even ervoor op de markt kochten, degusteren, spelen een tiental mannen franse petanque. Echte specialisten zegt Geert. Ze hebben er alleszins de allures van.
Ik bezoek een paar van de vele tempels in deze stad. Ze zijn heel sereen en artistiek verfijnd. In een van die tempels is de bel waarmee het gebed aangekondigd wordt een in twee gezaagde Amerikaanse bom. Tussen 1964 en 1973 hebben de VS 10 ton bommen per vierkante kilometer gedropt op dit land of meer dan een halve ton voor elke man, vrouw en kind die in Laos leeft. Zonder te spreken over de honderdduizenden liters ontbladeringsmiddel (agent orange) die verantwoordelijk zijn voor misvormde kinderen en vergiftiging van het ecosysteem. Er reizen nogal wat Amerikanen in Laos en hoe vreemd ook, ze lijken geen wrokgevoelens te ondervinden van de Lao.

Daarna ga ik langs de rivier zitten met zicht op de moestuintjes. Kinderen spelen in het water. Drie jonge monniken roeien de stroom op in de avondzon wat hun safraankleurige kledij fel doet oplaaien.
Leuke ontmoetingen in Luang Prabang. Met Garry, de fietsende Hollander, die Geerts bord bijna leegeet. Met een Californisch koppel waarmee we een uur aan een stuk de wereldevolutie de revue laten passeren. Voor onze laatste avond gaan we op de markt eten, een vol bord voor 0,5 euro !

Vang Vien

De baan tussen Luang Prabang is een van de mooiste, interessantste en meest authentieke die ik heb mogen zien in mijn reisleven. Een van de bochtigste ook. Hoge bergen die geschrankt staan en ons dwingen om kilometers af te leggen terwijl we in vogelvlucht maar een km afleggen in de richting van ons doel. Een paar westerse fietsreizigers gaan de titatenstrijd aan over de dichtbegroeide rotsbergen : respect, zoals engelstaligen zeggen.
Soms rijden we gewoon boven de wolkenzee. Ik ontdek dan een heuse bergketen. Er zijn dorpen op deze hoogtes, die zich op dit uur van de dag nog volledig in de mist bevinden.
In de lager gelegen dorpen is het een drukte van jewelste. Vrouwen en kinderen werken frenetisch langs de kant van de weg. Er worden hoofdzakelijk bezems vervaardigd met de zaadpluimen van een rietsoort die overal te zien is in het landschap. Het valt ons op hoeveel 1 a 2-jarigen er zijn. En jonge moeders. Er lijkt een ware baby-boom aan de gang te zijn. De meeste huizen zijn in hout en bamboe gebouwd. Er is een groot contrast in ontwikkeling tussen Luang Prabang en het platteland.

Na 6 uur bochten komen we toe in Vang Vien. Een rustig stadje aan een trage rivier. Vanop de oevers hebben we een ongelooflijk mooi zicht op mysterieuze, brute en steile bergen.
Ik wandel in de rijstvelden aan de overkant van de rivier. Ze zijn nu droog en vol goudgele stoppels. Hoe dichterbij de bergen hoe mooier ze worden. Hier in dit mini-stadje in het arme Laos beleef ik mijn eerste Skype-sessie, telefoneren via internet aan de prijs van de internet-sessie. Een uur bijpraten met mijn vader, moeder en zus voor 1,5 euro. Yesss !

Ventiane

De weg naar Ventiane is korter en al veel minder indrukwekkend. Ventiane is een relatief kalme hoofdstad, waar Geert en ik ons fruitmiddagmaal-ritueel verderzetten aan de oevers van de Mekong. Gealterneerd met verwoede dam-wedstrijden en gesprekken over het voortreffelijk boekje van Deepak Chopra, "De zeven spirituele wetten van succes". Niet oordelen, aanvaarding van het moment, onzekerheid koesteren als de bron van alle mogelijkheden,...allemaal houdingen die van groot belang zijn om in vrede te genieten van een reis of van het leven in het algemeen.

In een tempel heb ik een lang gesprek met een jonge monnik, over gebroken harten, over hoe hij vastzit. Hij moet eigenlijk terug naar het platteland om zijn ouders te helpen op de boerderij maar zou eigenlijk willen verder studeren. Hoewel zijn engels heel goed is, heeft hij geen geld. Het valt me op hoe weinig "Zen" hij is ondanks verschillende jaren monnikenleven. Hij denkt dat hij connecties nodig heeft om een job te kunnen krijgen in een restaurant of reisagentschap. Ik beslis om dat even voor hem te onderzoeken. Tijdens een lang gesprek met een kelner (lang omdat de jongeman, student economie, heel zwak is in engels), verneem ik dat je helemaal geen duwke in de rug nodig hebt, noch connecties. Het volstaat je aan te bieden.
De dag erop keer ik terug naar de tempel en vraag naar monk Noi. Hij wordt gehaald. Ik vertel hem mijn bevindingen en dat hij 40 US$ per maand kan verdienen voor een halftijdse job zeven dagen op zeven. Zijn zwaarmoedigheid klaart er wat van op en voor ik afscheid neem van hem schenkt hij me een geluksarmbandje, dat ik nog steeds draag.

's Avonds neem ik ook afscheid van mijn reiskameraad, Geert. Ik vertrek vroeg in de ochtend voor een vliegmarathon naar Denver, USA over Bangkok en LA.

vrijdag, februari 03, 2006

Nieuw Zeeland : de full monty

Auckland
Probleemloze vlucht in een halfleeg vliegtuig vanuit Tahiti. In de luchthaven van Auckland blijken de kiwi's (de Nieuwzeelanders) heel begaan met de bescherming van hun fauna, flora en gewassen. Buitenlandse reizigers moeten elk bagage onderdeel aangeven dat in contact zou zijn gekomen met vreemde bio-organismen in buitenlandse biotopen om enig besmettingsgevaar te vermijden : wandelschoenen, tenten, noem maar op. Foute aangiftes worden gesanctioneerd met zware boetes.
Een vlotte shuttlebus brengt me naar Fat Camel Hostel waar ik gereserveerd heb... voor de dag ervoor. Ik was er me in Tahiti niet van bewust dat ik de datumlijn zou oversteken en dat vandaag, gisteren was. Meteen maak ik kennis met 1 van de coole uitdrukkingen die de kiwi's hanteren : "No worries, mate", zalft de vriendelijke Maori receptioniste.
Fat Camel zit krakvol met jonge backpackers. Alles is hier in orde, voorzien op alle klassieke noden van reizende jonge mensen.
Ik begin de verplaatsingsmogelijkheden binnen Nieuw-Zeeland te bestuderen. Auto kopen, auto huren of de go-on-go-off bussen. Patricia, een mooie en sympathieke zwitserse met wie ik meteen goed overeen kom koopt een wagen maar haar plannen zijn nog te vaag.
Ik wacht een dag af, rustig genietend van de sfeer in de Business District, waar ook de talrijke hostels gevestigd zijn. Op het zonnig terras van een falafel restaurantje realiseer ik me dat ik besmet ben geraakt : met de reismicrobe. Een heerlijk terugblikken op de afgelegde weg en honger naar wat komen gaat.

Ik opteer uiteindelijk voor het Full-monty trajekt van Kiwi-Experience (zie link). Quasi elke dag rijden er bussen van de ene plek naar de andere waar je op en af kan stappen waar je maar wil. Deze bussen zijn geen gewone Intercities die van stad A naar B rijden. De chauffeurs zijn tevens ook gidsen die heel wat weten te vertellen over het land en de cultuur, vooral wanneer ze Maori zijn. Verder wordt er onderweg gestopt voor wandelingen, highlights en viewpoints of gewoon bij de supermarkt zodat je nooit naar de restaurant of zo hoeft. Iedereen aan boord kan zelf zijn slaapplaats uitzoeken en wordt daar 's avonds gedropt en 's ochtends opgepikt, vooralleer verder gereisd wordt. In een aantal gevallen stelt Kiwi Ex unieke accomodaties voor, zal later blijken.

Ik neem afscheid van Patricia, die me tot de bushalte begeleidt. We hebben het gevoel elkaar al lang te kennen en hopen elkaar nog op het eiland te kruisen. Je weet nooit. Zo kwam ik gisteren Sally tegen in de supermarkt. Een Engelse die ik in camping Nelson in Tahiti had ontmoet.
De eerste halte brengt me op Mount Eden, een van de ongeveer 70 slapende vulkanen in de streek. Met dien verstande dat Mount Eden in het midden van Auckland ligt. Vanop de top heb ik een mooi zicht op de stad. Het merkwaardige is dat een kudde koeien op de met gras begroeide vulkaan leeft. Er zit zelf eentje helemaal onderaan in de groene krater.

Coromandel
Vandaar uit vertrekt de bus naar het Coromandel schiereiland doorheen de Kopu Ranges met zijn prachtige groene landschappen van boomloze glooiende heuvels enkel met prairie-gras getooid. De miljoenen schapen en koeien die hier al decennia grazen hebben in alle berg-en heuvel flanken kort op elkaar volgende horizontale wandelpaden gesneden. Dit geeft aan het relief hier zijn uniek geribbeld aspekt. Of hoe dieren vorm geven aan hun biotoop. Ander kenmerkend element zijn de reuze varens die overal te zien zijn en er uitzien als palmbomen, soms tot 10 meter hoog. Het landschap wordt verder nog gepunctueerd door populieren en treurwilgen.
In de supermarkt koop ik een immuniteit versterkende Echinacea-kuur. Het weer is in vergelijking met het tropische Tahiti vaak koel en vochtig en dat zal me helpen vlot de overgang te maken. Het kan hier de ene minuut regenen en even later gevaarlijk zonnig zijn. Nieuw Zeeland bevindt zich heel dicht bij het gat in de ozonlaag en krijgt 7 a 8 procent meer UV dan als het zich in het noordelijk halfrond zou bevinden. Daarom raadt een onderzoeker uit Australie vakantiegangers en buitenwerkers aan om zonnecreme te smeren...onder de kleren ! Jekkes... De krant waarin ik dit lees geeft ook het UV-index aan voor de dag : 11 op een schaal van 10 : extreem.
Buzz, onze Maori-chauffeur met relatief bruine huid vertelt dat hij in Australie OK is maar in Nieuw Zeeland verbrandt ook hij. Hij meent dat het weer in NZ de laatste jaren veranderd is. Of hoe de mens vorm geeft aan zijn biotoop...

We houden halt bij Hot Water Beach, een strand waaronder een warmwaterbron ligt. Slechts enkele centimeters onder het zand ontspringt het zeer warme water. Een van de vele geologische curiosa van dit heel vulkanisch eiland.

Rotorua

De bus naar Rotorua vertrekt om 7u30 en passert de Karangahake Gorges. Mooie natuur onder de zon maar vooral een plek waar veel goud gevonden is en waar veel restanten van de mijnen zijn overgebleven. Ik doe er wat rugby-passen met de Welsh-guys op de bus. Rugby is hier de nationale sport en bijna iedereen in Europa kent de fameuze All Blacks en hun indrukwekkende strijddans van uitpuilende ogen en uitgestoken tongen, de Haka.
We stoppen nog even in Mata Mata, alias Hobbitton, in de buurt waarvan sommige scenes uit de film "Lord of the Rings" gedraaid zijn. Sedertdien is het toerisme er geexplodeerd. De film heeft trouwens heel Nieuw Zeeland scherp in de kijker gezet en meer toeristen gelokt.
Rotorua is vol warmwaterbronnen. Hier helder water, daar blubberende modder. Je vindt er in de parken, tuinen en zelfs in hostels, in getemde vorm : zwembaden. De zwaveldioxide die door de geothermische aktiviteit gecreeerd wordt geeft de stad haar speciale geur. Rot...torua.
's Avonds leer ik Anna kennen, een Duitse die gaat Wwoofen : als vrijwilliger werken in een boerderij tegen kost en inwoon. Wwoof, de organisatie voor World-wide Opportunities on Organic Farms geeft een brochure uit waarin je de boerderij van je keuze kan vinden.
Anna is 1 van de vele meisjes die alleen reist. De jongste die ik tegenkwam was, Mariska uit Holland. Pas achtien en zeven maanden weg. Je moet het toch maar doen.
Ik ga naar een traditioneel Maori-event op een lokale Marae, een heilige gemeenschapsplaats. Wat touristy, maar volgens Buzz een correcte weergave van de traditie van dit trots volk. Marae is een Maori-woord dat ook gebruikt werd in Tahiti. Dat komt doordat Maori een lid is van de Polynesische talen. Het deelt zowel taalkunde als woordenschat met de meeste talen van de South Pacific.

De volgende dag vertrekken we naar Waitoma in de hoogtes. De weg is opnieuw prachtig. Een kleine baan door een exclusief groen landschap hoofdzakelijk bewoond door koeien en schapen. Een wandeling door de rainforest leert dat "rain" niet voor niets staat. Het is er heel vochtig en alle bomen hangen vol sappige mossen, wat het gevoel van gedempte sereniteit verhoogd.
Er begint al snel een groepsgevoel te komen op de bus, we eten samen en lopen daarna naar de pub. Er zijn vooral Engelsen, Welshen, Ieren en Canadezen. Ik leer dat er bij de Welshen een sterk nationaliteitsgevoel is, net als bij de Schotten. Wanneer ze hun land moeten invullen bij hotelregistraties dan schrijven ze niet Groot-Brittanie maar wel Wales of Schotland.

Taupo

Op weg naar Taupo wandelen we opnieuw door een stukje ongerepte rainforest. Vroeger was het overal zoals hier, maar alles is kaalgeslagen om weilanden te maken. Dat maakt Nieuw Zeeland zo paradoxaal. Een groener land heb ik nooit gezien. Terzelfdertijd betreft het een van de meest bizarre ecologische rampen uit de menselijke geschiedenis. Het bosareaal is met 85 procent gekrompen sinds de menselijke kolonisatie van het eiland. 3/4 van het land is ter beschikking van landbouw en commerciele bosbouw. De meeste bomen zijn snel groeiende pijnbomen die men uit de VS gehaald heeft omdat het grotere winsten opbrengt dan de inheemse boomsoorten. Vandaag de dag schiet er slechts een magere 10 procent over van de "native forests". Ik zal gedurende de reis nog vele malen vaststellen hoe de commerciele bosbouw ganse bergflanken in ware maanlandschappen verandert.

We rijden doorheen kleine dorpen. De Kiwi's wonen er in nette vaak houten 1-verdiepingshuizen met zorgvuldig onderhouden tuintjes vol bloemen. In Taupo gaan nogal wat mensen Skydiven. NZ is een van de landen waar je dit het goedkoopst kan doen. DVD van je prestatie inbegrepen.
Ik blijf een dag in Taupo rusten. Freezing, ik ben verplicht een muts te kopen op een paar weken van de zomer.

We rijden door Tongariro nationaal park, waar normalerwijze drie vulkanen naast elkaar te bewonderen zijn, waaronder de fameuze Mount Doom uit Lord of the Rings (LOTR). Helaas zijn de besneeuwde toppen grotendeels in de wolken gehuld. In de vlakte daarentegen zet de zon de gele bremvelden in vuur en vlam. Wat verderop ligt een mooie vijver met waterval. Voor de LOTR fanaten : het is Gollum's pool.

We zetten onze weg verder naar River Valley Lodge. Deze lodge zit diep in het binnenland en we moeten er langs de vele scherpe groene heuvels zigzaggen om er te geraken. Er straalt een enorme rust uit deze plek aan de rivier, die hogerop 1 van de beste rafting-stroken biedt. Lindsey, een Canadese haalt haar vislijn uit de rugzak en gaat vissen.

Wellington

Komt dan een rit door grijs, regenachtig weer naar de hoofdstad, Wellington. Een kalme hoofdstad met slechts 163.824 inwoners op een totaal van 4 miljoen voor geheel NZ. Ik bezoek er het Te Papa museum waar de kiwi's heel trots op zijn, Ons Huis. De botanische tuin van waaruit ik een prachtig zicht krijg op de stad kan bereikt worden via een cable-car, een beetje zoals in Lissabon. De zon is gelukkig op de afspraak wanneer ik mijn bezoek verderzet naar het parlement en de oude regeringsgebouwen (een van de grootste houten gebouwen dat er uitziet alsof het in steen werd opgetrokken. Vlak tegenover het parlement ga ik iets drinken in de Backbencher pub waar parlementsleden "ene" gaan drinken na het werk. Aan de muren hangen karikatuur-poppen in Spitting-image stijl van ministers en uit het oog springende parlementsleden, zoals Nieuw Zeelands rasta-parlementslid. Leuke sfeer en weer tekenend voor de relaxedheid van de kiwi's. It's all good, mate.
Ik kan maar niet wennen aan de omgekeerde rijrichting. Hier rijdt men links. Telkens wanneer ik in het midden van de baan ben weet ik niet meer waar ik nu moet kijken. En in mijn ervaring zijn de kiwi's dan weer weinig voetgangers-vriendelijk.

Ik verneem 's anderendaags dat Wellington tijdens de nacht "getroffen" werd door een 4.2 aardbeving. Ik heb er niets van gevoeld. Misschien zal ik gedacht hebben dat het de kerel van het bovenste bed was die na een avondje in de pub wat ruw in bed kroop.

Nogal wat backpackers reizen tegenwoordig de wereld rond met hun GSM en gebruiken die alsof ze thuis waren. Nieuw Zeeland is bovendien zo westers dat het voor veel jonge Britten moet lijken alsof ze gewoon in een andere Britse stad verblijven.

Nelson

Om het Zuid eiland te bereiken is een drie uur durende overtocht met de ferry nodig. De zee is kalm, in de verte zijn een aantal dolfijnruggen te zien. De boot vaart een soort fjord binnen tot in Picton. Van daaruit voert een relatief korte rit naar Nelson. De stad met het meeste zon in Nieuw Zeeland, wordt gezegd. Queenspark is een prachtig parkje met vijver. Hier zouden de impressionisten hun kicks wel gehaald hebben. Ik raak er in gesprek met een Duitse die hier leeft en vrijwillig gaat wandelen met verlaten honden uit het asiel. Ze heropvoedt de honden op zachte manier en geeft me een aantal tips om met honden om te gaan. De kathedraal is mooi omgeven door prachtige bomen, waaronder een 100 jaar oude Sequoia.

In Kaiteriteri aan de Abel Tasman park breng ik de namiddag door met Rhyan, een meisje uit Wales. We wandelen en eten langs het strand. De zee is azuurblauw, de zon op de afspraak. Het blijkt dat we bezig zijn met dezelfde dingen, zoals bewust van het NU genieten en de Vipasana meditatie wijsheden die daarbij helpen. Uit een boek dat ik "toevallig" in het boekenrek van Jean-Marc en Casey in Tahiti vond noteerde ik o.a. het volgende dat mij als onverwachte solo-traveller al veel geholpen heeft :
"If fear or wanting arises, it is seen within the spaciousness that surrounds it. We don't get lost by becoming it, but simply see it as just another moment in the mind flow, another something which arose uninvited and will pass away in the same manner".

Westport

Westport bereik je na een lange rit langs de Alpen van de westkust. Het landschap is pre-alpijns en mixed met Haute-Provence ingredienten zonder lavendel. We evolueren langs een zigzaggende V-dal waardoor een heldere rivier stroomt. De vissers in de bus zitten te watertanden. De muziek die Buzz opgezet heeft is tof en al dat groen, ik voel me goed.
In Bazil's Backpackers vraag ik de gastvrouw hoe het komt dat het landschap zo gespaard is van lelijke reklamepanelen. "We don't like them", zegt ze resoluut en vertelt dat het Ministerie van Verkeer heel strikt is over het plaatsen ervan. Dit zorgt onder andere voor de "ongereptheid" van de landschappen.
Voorbij Westport loopt de baan langs grijze zandstranden waar witte golven dicht op elkaar aanrollen. Bij Cape Foulwind leidt een pad naar een viewpoint op een zeehondenkolonie. Dikke mannetjes luieren op de rotsen. Andere zeehonden zwemmen handig in de inslaande golven zonder verscheurd te worden op de scherpe rotsen.
Langs de weg, twee Holcim cimentfabrieken als een knipoog van mijn gemiste oud-collega, Laurence. Wat verder de Pancake Rocks en Blowholes bij Punaikaki.
Geribbelde zandstenen rotsen die doen denken aan een reuzestapel pannekoeken en waar de zee metershoog komt opstuwen uit holen.
We stoppen 's avonds in the middle of nowhere in Les Lisle's backpackers annex pub aan Lake Mahinapua. Les is een dynamische tachtigjarige All Black legende. Het is vrijdagavond en party-time. Voor het feest loop ik naar het meer. Het plaatje : heel in de verte, een bergketen, dichterbij een bos en dan het meer. Vlak voor me sierlijk riet en fris gras. Dan ik, op mijn rots die alles in me opneem. Op mijn iPod, oud-Italiaanse klassiek met hemelse tinten en de vervoering vult mijn hart. Net als ik me afvraag hoe veel dieper dit gevoel zou kunnen gaan landt een sneeuwwitte reiger op enkele meters van me. Waow...Ik heb de laatste maanden al veel zulke sterke emoties gehad in de natuur. Wil ik wel terug naar de stad ?

De volgende etappe leidt naar Frans Jozef Glacier. Een machtige gletsjer waarop trektochten worden georganiseerd. Je kan er ook met de helikopter naartoe. Dure grappen allemaal. Het wordt een rustdag voor mij. Al die kilometers op de baan dat kruipt in je kleren. Die vliegen dan ook in de wasmachine.
In de keuken van het hostel ontmoet ik David, een jonge Brit, die op het punt staat om te vertrekken. Na vijf minuten gesprek verbazen we ons erover dat we over de kern van ons leven en onze dromen gepraat hebben en iets dieps gedeeld hebben. We wisselen snel e-mail adressen uit. Het trof me dat David in mij een leraar zag. Later zal Tilde, een Deense, me hetzelfde vertellen. Waardevolle feedpack voor iemand die op zoek is naar z'n Dharma (Sanskriet voor "doel in het leven").

Een meisje van de kuisploeg van het hostel vertelt me dat ze zeven dagen per week werkt, zonder overloon en momenteel zelfs geen contract heeft. Dit contrasteert met de meeste verhalen die ik hoor over hoe relaxed Nieuw-Zeeland is op arbeidsvlak. Een overuren cultuur zou onbestaand zijn. Een Britse jurist die naar Wellington gedetacheerd werd vertelde me hoe zijn baas om 17 uur zijn kantoor binnenkwam, hem een pint toeschoof en zei : "go home now".
Wat wel vaststaat is dat de vakbonden in de jaren tachtig op Thatcheriaanse wijze geemasculeerd werden.

Op weg naar Wanaka stoppen we bij Lake Matheson, een mysterieus meer waarin je de weerspiegeling van de besneeuwde Mount Cook kunt bewonderen. Tenminste als hij niet met zijn hoofd in de wolken zit. Met 3.754m is Mount Cook de hoogste berg in NZ. Vervolgens rijden we door U-vormige dalen. De heuvels zijn in mist gehuld. We volgen de rivierbedding en stoppen af en toe bij een waterval. Nathan, een jonge Amerikaanse visjunkie profiteert van elke stop om een paar minuten op forellen te vissen. Dit vraagt een vloeiende beweging die hij vlot beheerst. Het geeft aan de hele scene een sterk "And a river ran through it"-look (film met Brad Pitt).

Queenstown

Net voor Queenstown stoppen we bij een hangbrug waar A.J. Hacket, de vader van de commerciele bungyjumping 1 van zijn vele sites heeft. Het gaat er nogal industrieel aan toe. De ene jumper wordt na de andere geprocessed onder het gedreun van luide technomuziek. Twijfelaars aan de rand van de afgrond krijgen een subtiel pushke in de rug bij het aftellen. Twee meisjes die samen aan 1 elastiek springen kletsen nogal hard tegen het wateroppervlak aan. Jeff, een Canadees die ooit in zo'n bedrijf gewerkt heeft vertelt dat meisjes soms liegen over hun gewicht wanneer erom gevraagd wordt om de veerlengte van de rekker te bepalen. Met alle gevolgen vandien.

Vrijdagavond in Queenstown is party-time bij uitstek. In het hostel waar ik verblijf is er een bar annex disco. De jongere backpackers drinken zich weer eens te pletter. In sommige hostels is alles gericht op drankverkoop : happy hours, 2 voor 1 bonnetjes, wedstrijden met gratis drank aan de sleutel. Het wordt voor mij weer een leuke dansavond. Ik heb trouwens in jaren niet meer zoveel gefuifd als in die vijf weken NZ.
Topper voor mij zijn de Queenstown Garden. Een mooie park aan het meer met reuze Sequoia's, geurige Eucalyptussen en Rose Garden. Ik ga er ook naar de bowlers kijken in de Queenstown Bowling Club. Keurig in het wit geklede mannen spelen er een soort petanque op Wimbledon gras. Sommige spelers komen met mij een klapke doen. Ze blijken Hollanders te zijn die in de 50er, 60er jaren geimmigreerd zijn.

Bottom Bus

Vanuit Queenie hop ik op de Bottom Bus die het meest zuidelijke deel van het zuid eiland verkent, 1 van de minst bezochte streken. We rijden eerst door fruitboomgaarden en wijngaarden omgeven door hoge muren van populieren. Langs de weg kopen we kersen en aarbeien , tja zomer zeker...
Ganse heuvelruggen zien geel van de bloeiende bremmen. Tegen de middag geraken we in Dunedin. Na de obligate stop bij Baldwin street, met een helling van 38%, de steilste straat ter wereld, maak ik kennis met deze sympathieke stad met sterke Schotse traditie. Dunedin is eigenlijk Edimburg in het Gaellic.

De weg naar Balclutha (jawel) is prachtig. Er is iets ondefinieerbaar bijzonders aan deze regio, iets wilds. Sommige heuvels zijn als sterrenhemels, waar de sterren rose, paarse en witte "foxgloves" zijn die in al dat grasgroen lijken te flikkeren. De dikke pluizige schapen en lammetjes doen dienst als melkweg. In de heuvelplooien waar bomen en struiken niet geveld konden worden zien de donker-en roodgroene struiken eruit als reuzebroccoli's. Overal loopt wel een rivier ergens naartoe. Bucolischer kan niet.
In de Catlins wandelen we op een strand waar twee reuze, haast vormeloze zeeleeuwen luieren. Je moet op minstens 20 meter blijven want hoe ongelooflijk ook, zonder deze voorsprong verlies je de sprint.

Curyo Bay

We stoppen in Curyo Bay voor de nacht. De baai is semi-circulair met een halsband van witte zandstranden en vlak erachter de groene prairies.
Op het strand loopt een koppel lieflijk onhandige yellow-eyed pinguins. Deze vogels blijven hun hele leven samen. 's Avonds loop ik nog even naar het strand. Hemelse fluit sonates transformeren het moment tot veel meer dan de beleving van een mooi landschap.
Minder harmonieus is het feit dat er in onze kamer van zes een zwetende Zweed slaapt met een keizware griep en koorts. Ik neem het zekere voor het onzekere en slaap op de sofa in de gemeenschappelijke kamer. Als ik 's morgens wakker wordt ben ik omgeven door 4 slapende meisjes op hun naar buiten gesleepte matrassen...
De weg van Curyo Bay naar Te Anau doorkruist uitgebreid farmland. Iwan, een boer uit Wales en tevens mijn adviseur voor al mijn boerderij gerelateerde vragen (hoeveel keer per week melk je een koe, hoeveel liters melk, enz.) trekt foto's van koeien, schapen en hoeves om aan zijn vader te tonen. Zo zie ik nog eens hoe elk 1 en hetzelfde gegeven anders beleeft doorheen de filter van zijn eigen ervaring. Of om het met Anais Nin te zeggen : "we don't see things (ik zou daar gerust people aan toevoegen) as they are but rather as we are".

In Riverton stoppen we in een winkeltje van Paua-juwelen. De Paua is een blauwe schelp. Voor 3$ leert de winkelier je om met zijn slijpmachines zelf een hangertje te maken uit een ruw stuk schelp. Het is bijzonder bevredigend om de stiel te leren en eens iets met mijn handen te maken.

Op naar de bekende fjord, Milford Sound. Indrukwekkend landschap doorheen gletsjer valleien, op plaatsen bedekt met roze en paarse bloementapijten. De bergflanken zijn waanzinnig steile, quasi vertikale granieten muren. In deze streek valt 7 meter neerslag per jaar. Soms valt er een halve meter op een dag. Dan ontstaan duizenden watervallen en zwellen de rivieren tot woeste bergstromen.
De boot vaart door Milford fjord tot aan de Tasmaanse zee. Precies daar wacht een grote groep dolfijnen ons op. Voor de boeg, 2 meter onder mij, zwemmen er zes zeven net onder het wateroppervlak. Ze laten zich moeiteloos voortstuwen door de watermassa die de boot voor zich uitduwt en zigzaggen er speels in. Elders springen ze uit het water en laten zich vrolijk op hun zij in de golven neerploffen.

Na dit levend natuurwonder volgt meer minerale pracht. Op weg naar Queenstown stoppen we bij een 'chasm' : hier heeft de rivier over de millenia heen, kommen, schoorstenen en watervallen in de zachte rots gehouwen. Op een bord lees ik een citaat van Thoreau :
"The finest workers in stone are not copper or steel tools, but the gentle touches of air and water working at their leisure with a liberal allowance of time."

Christchurch

Van Queenstown naar Christchurch, een rit van 500 k (keei) zoals ze hier zeggen. Wijngaarden. Hemelsblauwe-turkoois meren, Lake Pukaki en Tekapo, waarvan het waterpeil serieus begint te slinken door gewijzigde neerslag omstandigheden. "This is what we do to our earth", zegt de Maori gids gelaten.
En dan aangenaam Christchurch met zijn prachtige botanische tuin, antieke tramlijn en kathedraal, waar de lokale groenen een anti-WTO en Irak-oorlog betoging houden. Een van de sprekers wijst naar een Nieuw-Zeelands bankagentschap verderop die munt slaat uit deze oorlog.
Vlakbij doe ik een klapke met een Libanese migrant. Hij zegt dat hij niet kan klagen over racisme in NZ, er is geen vergelijk met wat er in Australie gebeurt.
Christchurch is volop in Kerstsfeer, X-mas melodietjes en decoratie. Dagen op voorhand wensen de kiwi's je al een "Merry X-mas".
Vooralleer ik naar Kaikoera vertrek neem ik afscheid van mijn Welshe vrienden met wie ik 3 weken rondgetoerd heb.
Na het dolfijn-zwemmen en whale-watching Mekka, Kaikoera, waar de zee spijtig genoeg te hevig was om uit te varen, keer ik weer helemaal terug naar Taupo op het Noord-Eiland.
Om de impakt van het dure Nieuw Zeeland te beperken haal ik mijn kost zoveel mogelijk uit de supermarkten. Ik hou er een regiem van pasta, brood, hummus en pindakaas op na. Weliswaar vakkundig aangevuld met vitamine-supplementen. Azie komt er bijna aan met haar spotgoedkope, heerlijke, gezonde keuken en verse vruchten. Nog een beetje geduld.
De supermarkten houden er trouwens een aantal consumentonvriendelijke gewoonten op na, die me uiteraard niet konden ontgaan. Als daar zijn : rekeningen naar boven afronden ten voordele van de handelaar, gebrekkige prijsaanduiding en weinig scrupules waar het op vervaldata aankomt. In de versafdeling : " Oh ! 't is maar zes dagen overtijd, sir".

East As Bus

Vanuit Taupo hop ik op de "East As bus" die het oosten van het Noord-Eiland bedient.
Het valt op hoe de meeste plaatsnamen in Nieuw Zeeland Maori-namen zijn. Het respect voor de Maori cultuur is groot. Het Maori is trouwens een officiele taal naast het Engels en de regering houdt bij het nemen van beslissingen (zoals het aanleggen van wegen in de buurt van Maori (heilige)gronden) rekening met de culturele realiteiten van deze 14,7% grote minoriteit.
Een uitzondering op de regel van de plaatsnamen is de art-deco stad Napier. Na een vernietigende aardbeving begin 20ste eeuw is de stad gedeeltelijk teruggebouwd in de stijl van die periode.
Het is ook een wijnstreek met domeinen en ja, zelfs een aantal lavendelboerderijen.
Verderop verraadt de rustige stad Waiora niets van haar bewogen verleden. In de jaren '80 kon je hier een huis met zwembad kopen voor 600.000 Bef toen twee brutale Maoiri-gangs beslisten hun hoofdkwartieren hier over te brengen en elkaar begonnen uit te moorden.
Na een rit door ruw agrarisch gebied, houden we halt een paar kilometers buiten Gisborne in de Chalet Surf Lodge aan een super surf-strand. Het is er zonnig. De golven ontrollen zich in turkooizen watertunneltjes waarop leerling-surfers zich staande proberen houden. Het geurt naar de zee en in de zon drogend gras, hmm.

In de Eastenders Farmstay, een guesthouse op de boerebuiten leer ik een traditionele Maori bone-carving te maken (zie link) onder begeleiding van een Maori koppel en van de lokale Maori radio. Ik maak een Hei-Matau, een gestyliseerd vishaakmotief. Dit vraagt heel wat werk maar ik ben tevreden over het resultaat.

Langs een winderige, ruwe kustlijn met schuimbekkende zee, via de vuurtoren van East Cape geraken we bij Te Kaha Homestead Lodge. Deze lodge wordt uitgebaat door een Maori gezin. We worden verwelkomd door de heer des huizes met de traditionele Maori-groet. Neuzen en voorhoofden worden tegen elkaar gedrukt. Het gezin zingt een welkomstlied dat dan door de gasten moet beantwoord worden.
De lodge staat op een klein schiereiland met zicht op de tuin, rotsen en de zee. En op de rotsen, enkele meters boven de zee ligt een yacuzzi op ons te wachten. Als Romeinse keizers zitten we in het warme water naar de ondergaande zon te glimlachen. "Sweat as, bro". Heel de avond wordt er gezongen.

Een dag of twee later sta ik weer in Fat Camels in Auckland. Een lumbago wijst me erop dat de tijd gekomen is om eens een paar dagen uit te blazen. Het worden vier "stijf" gezellige dagen van schaak-en lachpartijen met de Canadezen Jeff en Randy, op straat zingen met een getalendeerde fransman met Londens accent aan de gitaar, Lionel, wandelingetjes, ontmoetingen.

Als bij wonder fixt een osteopaat mijn rug amper 4 uur voor mijn 10-uren vlucht naar Bangkok, waar ik met mijn vriend Geert heb afgesproken om naar Laos te reizen.

zaterdag, december 03, 2005

Tahiti

Papeete

Na een vlotte vlucht uit LA loop ik de luchthaven van Papeete binnen.
Een muziekgroepje verwelkomt de passagiers met lokale muziek en Vahine's delen bloemen uit om in je haar te doen.
De zon, de warmte, bloemen : geen twijfel mogelijk, ik ben in de gelukkige eilanden van de Stille Zuidzee.
Ik neem eem taxi naar de goedkoopste logement-optie in de peperdure hoofdstad Papeete : hostel Teamo. De hub voor mensen die toekomen of vertrekken. Ik ontmoet er heel wat mensen waaronder Onno, een hartelijke psycholoog uit Nederland die zijn leven wil wijden aan mensen helpen gelukkig zijn. Als dat geen mooi levensprojekt is.

Ongerust door de levensduurte, beslis ik zo snel mogelijk Papeete te verlaten, richting Raiatea. Een Franse vriend, Vincent, heeft me bij zijn vrienden aldaar, Jean-Marc en Casey, geintroduceerd.
Stel je voor, een van de goedkoopste plekken rekent je nog 23 US$ of 2.300 francs pacifiques aan voor een nachtje in een rudimentaire kamer van 7. Na check out time mag ik mijn bagage daar laten voor 2 $ per zak. Slik.
De Sprite die ik op een terrasje drink in afwachting van mijn boot kost 4$ of 3,2 euro.
Ik ben blij wanneer ik in de haven toekom. De laadverrichtingen van de Vaeanu, een vrachtschip dat ook passagiers verscheept, zijn volop aan de gang. Het avontuur kan beginnen. Gedaan met gecijfer.

De dockwerkers laden de boot met grote behendigheid en in volle vaart ondanks de verpletterende zon. Het lijkt een mierennest. De twee kranen heisen de containers en allerlei goederen voor de afgelegen eilandjes aan boord. Bouwmateriaal, mineraal water in flessen, fruit,...Vanuit de haven heb ik een duidelijk zicht op Papeete met haar druk hoofdstadsleven, files inbegrepen. Van de 220.000 mensen die op de eilanden van Frans Polynesie wonen (waarvan 11,9% europeanen), verblijven er 100.000 in Papeete.
De in afstand relatief korte reis duurt 12 uur. Van 16 uur tot 4 uur 's morgens. Gedurende de nacht zullen we halt houden bij verschillende eilanden om te laden en te lossen. De lokale bevolking slaapt op matten op het bovenste dek. Ik zou hen vervoegen mocht ik geen drie stukken bagage hebben. Voor mij wordt het dus een kleine gedeelde cabine. De boot vertrekt op tijd.

Langzaamaan verdwijnen de lichten van Papeete in de donkere zee terwijl we richting zonsondergang varen. De warme zeewind in mijn haar, de typische geur van oude schepen en zeelucht in de longen realiseer ik mij dat een oude droom werkelijkheid geworden is.
Twee meisjes uit Tahaa spreken me aan. Hun frans is verrassend beperkt. Later zal een franse leraar me vertellen dat het gebruik en de kennis van het frans op school
inderdaad beperkt is. De meeste mensen spreken reo ma'ohi onder elkaar. Als ze me vragen wat ik doe en ik voor de eenvoud "avocat" antwoord, grappen ze " pour manger ???"

Raiatea (foto's : zie link)

Ik word vanzelf wakker om 4 uur wanneer we de haven van Raiatea binnenvaren. Drie uur later komt Jean-Marc me oppikken voor hij naar zijn sportwinkel vertrekt.
Ik wordt door hem en Casey als een koning ontvangen, terwijl ze me eigenlijk niet persoonlijk kennen. Ze zullen echte polynesische parels van gastvrijheid blijken.

De dag erop lift ik in vijf keer naar Marae Taputapueta, 1 van de heiligste plekken in Polynesie. De natuur is weelderig en genereus. Overal mango-bomen, papaya's, avocado's en bloemen. Er is een verrassende mix van naald en loofbomen. Sommige bomen zijn volledig overgroeid door klimplanten. Er zijn ook bamboe's.
De Marae is een complex van verschillende stenen terrassentempels langs de kustlijn.
Er werden hier allerlei rituelen volbracht waaronder menselijke offers. Onder de heilige bomen op de site zit het vol kleine holen. De inwoners zijn clowneske krabben die collectief wegduiken als ik nader.

Ik kom er een franse leraar tegen die hier een post voor twee jaar gekregen heeft in een school, na een lange selektie. De beloning : dubbel loon + expat premie van 10 maanden loon + vestigingspremie van 8.000 euro. De franse regering schat dat de levensduurte 1,84 keer hoger is dan in Frankrijk, dus nagenoeg dubbel zo hoog. De eerste bron van inkomsten in Polynesie zijn de subsidies uit Frankrijk. Jaarlijks vloeien miljoenen dollars vanuit de Metropole naar Tahiti. Vervolgens komen het toerisme en de kweek van de zwarte parels.

's Middags zijn Jean-Marc, zijn broer David, Casey en baby me tegemoet gereden. We reizen verder via de kust lamgs prachtige view-points op de lagune. In de verte zie je het witte schuim van de Oceaan golven inbeuken op het rif dat op een pas na, het eiland volledig omgeeft. De lagune tussen rif en eiland is postkaart-turkoois. Miljoenen jaren geleden rezen er vulkanen vanop de zeebodem. Bij het afkoelen werden er eilanden gevormd waarrond koraalriffen "groeiden". Naarmate de vulkaan-eilanden erodeerden en wegzakten in de zee ontstonden tussen rif en eiland de prachtige lagunes die we nu kunnen bewonderen.

We stoppen langs een vanille plantage. Ik leer er dat vanille een orchideesoort is die een beetje als reukerwten op paaltjes groeit. De bloem bloeit slechts 1 dag en moet precies dan met de hand bevrucht worden. In een fijnmazige net-serre alleen al zijn er 3.000 bloemen te bevruchten. En er zijn vier serres. Daarna moeten de vanille bonen gedroogd en geselekteerd worden. Een vanille ijs zal nooit meer hetzelfde zijn voor mij...

Maupiti (voor foto's, zie link in rechterkolom)

Het eiland Maupiti is me door Jean-Marc en een franse skipper aanbevolen als het Polynesie van 40 jaar geleden. Bora Bora maar zonder luxehotels en zonder toeristen-massa's. Vanuit Raiatea geraak je er in twee bootritten. Eerst naar Bora Bora, de parel van de Pacific. Een indrukwekkende groene rotsberg midden in de oceaan en omgeven door een wit schuimende rif, waartegen de golven soms meters hoog opstuiven. Om de lagune en het eiland te bereiken moet de boot zich door een smalle pas, een breuk in het rif begeven. Ik laat mijn zak in de laadruimte en trek erop uit met laken en mat.
Doel is in de wacht-hut van de haven te slapen. Uiteindelijk breng ik de nacht door op een tafel in een open kantoor van het gemeentehuis.
's Morgens vertrekt de boot richting Maupiti. Bij de rifpas varen we een school dolfijnen tegemoet. Sommigen duiken speels uit de golven. Anderen volgen het schip onder water. Prachtig.
Bij de gevaarlijk enge en kolkende pas van Maupiti doorklieft een nog grotere school dolfijnen de marienblauwe golven. Ze springen kris-kras uit de golven, hun mooie glanzende lichamen in het zonlicht. Daar gaat zoveel schoonheid, liefde en natuurkracht vanuit. Ik ween volle tranen van ontroering en zeg spontaan : "God, you got me", of hoe de natuur je spiritueel kan maken.

In Maupiti verblijf ik in een klein pension bij Marieta, een vriendelijke dame. De lagune is vlak achter het huis te bewonderen. Meteen valt de rust hier op. Er wonen hooguit 1.200 mensen op dit eilandje van slechts een 8-tal km omtrek. Er zijn geen hotels want daar verzetten de anciens zich tegen. Er zijn nagenoeg geen voertuigen. GSM's, schotel-antenne's en internet zijn hier wel ruim aanwezig. De meeste huisjes zijn in hout en hebben allen mooi onderhouden bloemrijke tuinen.

In de lokale snack ontmoet ik Vladimir, een Sloveense mijnwerker. We komen goed overeen. Vladimir wil eigenlijk niet meer weg. Zijn lichaam is vol energie sedert hij hier is. Hij zegt dat hij zal wenen als hij vertrekt.
We varen samen met zijn pensionbaas naar een motu, een eilandje langs de rif. Het water is heerlijk warm. Ik geniet intens van het moment. Voor mij ligt het donkergroene eiland in de avondzon te soezen. In de verte beginnen stapelwolken paars te kleuren. De maan staat loodrecht boven ons hoofd. De zee tovert zich om in een metaalblauwe spiegel en de zon gaat uiteindelijk onder achter de palmbomen.
Als ik na het avondeten (naar "de chinees" smakende frieten, in de wok gebakken) naar mijn pension terugwandel zit een gans gezin van jonge mannen, gauguin-vrouwen en kinderen met grote bruine ogen gezellig voor het huis te musiceren en te zingen. Een man staat me zijn stoel af. Ik sluit mijn ogen en als ik in mijn geest al die vreugdevolle stemmen naar de hemel zie cirkelen vanuit dat mini-eilandje in de reuze Oceaan dan verschijnt een glimlach van vreugde op mijn lippen. Onvergetelijke dag.

's Anderendaags kom ik een Canadees tegen, John, die hier al anderhalf jaar woont. Hij is getrouwd met een Vahine uit Maupiti. Hij vertelt me : " Eerst dacht ik, the hell with Canada. Maar nu wil ik hier niet meer voltijds wonen. Wat ik het meeste mis ? Ik verveel me hier rot, ik mis high speed internet, Mac Donald's en hygiene. Je krijgt hier dingen ook niet gedaan. Aannemers of zo, het is allemaal voor morgen.

Ik denk dat niet alleen John een tijdsverdrijf mist. Nogal wat mannen verzetten grote hoeveelheden bier. In de snack verderop zijn ze vaak Lazarus. John raadde me aan daar niet te gaan op vrijdagavond : " ze durven daar wel eens op de vuist te gaan ". In de negentiende eeuw was alcohol "the quickest way out of Liverpool voor de arbeiders ". Is bier "the quickest way out of paradise"?

Mijn gastvrouw Marieta vertelt me dat er in de Protestantse kerk elke dag van deze week een gebedsavond voor de vrede doorgaat. Dit wil ik niet missen. Bij het luiden van de klokken komen de (protestantse) eilandbewoners in hun mooiste kleren uit hun huizen. De vrouwen, waarvan heel wat
"overweight" zijn, dragen kleurrijke bloemetjeskleedjes en strooien hoeden. Velen hebben dikke zwarte vlechten en een bloem in het haar. Terwijl ik voor de kerk sta te wachten komen ze mijn hand schudden. Eenmaal binnen kan ik door de vensters aan de linkerkant de turkoois lagune zien zwaaien en rechts de groene, genereuze berg.
Spoedig vult de kerk zich met prachtige polynesische gebedsliederen. "We bidden al zingende", zegt de man naast me. De mensen steken er hun volle hart in en zingen uit volle borst. Weer wordt ik hier tot de tranen toe ontroerd en ben ik dankbaar dat ik hier ben op dit eilandje, temidden van deze mooie mensen.
Als het klopt dat we allen 1 zijn en dat in wezen alles energie is dan zullen de mooie vibraties van deze gezangen voor de vrede sommige koele oorlogsstokers-harten misschien wel raken.

Op Maupiti zijn er eigenlijk vier kerken. Dit is een gevolg van de hevige concurrentiestrijd die de kerken van in den beginne gevoerd hebben om zieltjes, maar vooral invloed te winnen. Naast de protestanten hebben de adventisten en de mormonen een eigen kerk. De mormonen lopen als echte MacDonalds van de religie in hun typische uniformen, das incluis. (De gemiddelde temperatuur op Tahiti is 26 graden celsius, by the way). Op 17.000 km van het Vatikaan moeten de katholieken het met een huis stellen. Zoals de native americans hebben de polynesiers de witte vlaag of plaag uit het westen over zich gekregen. Hier onder de vorm van vooral protestantse missionarissen, hardvochtige walvisjagers en handelaren. De missionarissen dwongen de natives hun geloof en gebruiken op te geven : dansen was verboden, tatoes en zelfs bloemen in het haar waren verboden. Het lichaam diende volledig bedekt te worden. De zeemannen die de wintermaanden op Tahiti doorbrachten introduceerden alcohol en ziektes waartegen de bevolking weerloos was. De populatie slonk. Uiteindelijk namen de Fransen in 1842 effectief controle over de verschillende eilandengroepen die nu Frans Polynesie vormen(waaronder de Societes eilanden die uit de Iles du vent en de Iles sous le vent bestaan) en installeerden ze er een koloniaal systeem.

De dag erop ga ik naar het strand om te snorkelen. Het regent hevig. Dat heeft alvast een voordeel. Je riskeert minder van levend te verbranden onder de loodrechte zon. De zon is paradoxaal genoeg vijand nummer een van de vakantieganger. Niet alleen de huid heeft er onder te lijden. 1 uur zonnebaden kan het lichaam even zwaar vermoeien als een wandeling van 8 km. "La fatigue engendree par 6 heures d'exposition journaliere correspond a 48 km de marche par jour " (uit de folder Dangers naturels a Tahiti). Ik ben dus eventjes safe en kan bovendien genieten van de mooie kleurschakeringen die ontstaan door de donkergrijze wolken over de turkoois-variaties van de lagune.

Hui, een lokale gids brengt me naar de grootste Marae van het eiland. Het probleem is dat hij Jehovah getuige is en volop de bijbel aan het bestuderen is. Zijn verhaal over de lokale geschiedenis is doorspekt met verwijzingen naar Mesopotamie, Noah en zijn zonen en ik begin me af te vragen of er ook maar iets klopt aan zijn uitleg. Vooral nu hij af en toe in lachen uitbarst en naar me kijkt alsof hij denkt : "geloof je dit nu echt, man". Ik verwacht elk ogenblik dat een team van de lokale candid camera uit de struiken gaat te voorschijn komen.

's Avonds loop ik weer naar de mis. Midden in de ceremonie richt de diaker zich tot mij. Alle hoofden draaien in mijn richting. Hij dankt mij voor mijn aanwezigheid onder hen en wenst mij nog een goede reis. Als ik samen met de kerkgemeenschap het gebouw verlaat heb ik een warm gevoel van samenhorigheid.

Er zijn vandaag wat zatte mensen in het dorp. De arbeiders hebben hun loon ontvangen en moeten morgen niet werken. Het bier vloeit rijkelijk. Er wordt desondanks verrassend mooi gezongen. De middelbaarstudenten die allemaal op internaat zijn in Raiatea worden 1 maal per maand overgevlogen naar hun families op de kleine eilandjes. Ook dat wordt vandaag gevierd door sommige ouders die hun kroost op uitgebreide maaltijden in de snack trakteren. En daar horen frieten bij.

Back to Raiatea

Een korte vlucht van 25 minuten met Air Tahiti brengt me terug naar Raiatea. Het is leuk om de eilanden vanop relatief lage hoogte te kunnen bewonderen. Ik neem een taxi tot bij Jean-Marc en Casey die me opnieuw warm verwelkomen.
Op de BBQ die ze de dag erop organiseren leer ik hun partners in de sportzaak kennen. Beiden zijn verplegers op Tahaa, het zuster-eiland van Raiatea. Ze vertellen me dat heel wat mensen ongezond zijn. Er is heel veel hypertenseie en diabetes. De mensen zorgen niet goed voor zichzelf en gebruiken veel suiker en frisdranken. Ze bevestigen ook de verhalen over de 'problemes de terres'. Zo was een heel gezin haar gronden op Maupiti komen opeisen, toen ik er was, op basis van een testament. Eigendomsbetwistingen zijn blijkbaar een nationale sport nu eeuwenoude landmarkeringen en gewoontes soms botsen met meer recente koop-verkoop overdrachten. Bovendien zijn de kadasters onbestaand of in opbouw.
Ik leer ook het begrip " se tropicaliser " kennen : je begint op de eilanden meer en meer relaxed te gaan leven tot je op de duur gewoon niet meer kan gedijen in de drukke Metropole, in Frankrijk of Europa.

Stillaan begint het regenseizoen zijn intrede te doen. Het kan hier soms meerdere weken aan een stuk regenen, volgens Jean-Marc. We profiteren er dan ook van om een paar spannende schaakpartijen te spelen op terras terwijl de wolken eindeloos hun balast ledigen. David, bakt pannekoeken en we kijken samen naar een DVD. Dit is de avond voor mijn vertrek en ik trakteer het hele gezin op heerlijke pizza's. Ik profiteer ervan om Jean-Marc over de Independantisten uit te vragen. Hoewel uit een referendum in 1958 gehouden, 65 % van de bevolking aan Frankrijk bleek gelinkt te willen blijven en hoewel steeds meer eigenbeheer en autonomie werd verworven toch blijft het onafhankelijkheid-thema in de actualiteit. Vooral nu dat vreemde partij allianties de leider van de kleine Independantisten-partij aan het hoofd van de regering gebracht heeft. Zal hij het kip met de gouden eieren (de miljardenstroom uit Frankrijk) durven doden om zodoende zijn programma te realiseren ? Het is duidelijk dat een meerderheid van de Polynesiers dit niet willen.

Moorea

Ik vlieg terug naar Papeete en neem een taxi naar de ferry haven. Naast de ferry ligt een luxe yacht "le grand bleu" (zie link onder Tahiti). Het schip is nagenoeg even groot als de ferry. Op het dek zie ik een speedboot en een zeilboot. Er is ook een helicopter aan boord. In Raiatea was de yacht van Bill Gates onlangs komen aanmeren. Ze hadden nog nooit zo'n yacht gezien.
De overtocht van een half uurtje verloopt vlot. Ik geraak snel bij camping Nelson, een van de beste plekken voor budget-reizigers. Er zijn dorms en we zitten vlak aan het strand onder de palmbomen. Er zijn heel wat mensen en ik versmelt meteen in de gemeenschap van backpackers en ultra-reizigers. Ervaringen en tips worden rijkelijk uitgedeeld. Er wordt gezellig genikst.
's Anderendaags ga ik met Erik, een havenwerknemer uit LA, op een bootuitstap. Vanuit het water kunnen we 1,5 a 2 m kleine rifhaaien bewonderen. Ze zijn doorgaans ongevaarlijk voor de mens maar hebben wel dezelfde jagers-attitudes als hun grote broers. Een van de haaien heeft een remora, pilootvis, op zijn buik.
Op een andere plek zwemmen we tussen sierlijke sting-rays (de roggen hebben soms een spanwijdte van 1m). Ze laten zich over de rug strelen. De zwarte-vin haaien komen nooit dichter dan een vijftal-meter. Toch spannend.

Mijn laatste dag op Moorea is een opeenvolging van interessante ontmoetingen met onder andere Aki, een 32-jarige japanse die niet kan ophouden met reizen en het conformisme en de verwachtingen van haar omgeving ontvlucht. Veel jonge Japanse reizigers kennen maar een paar woorden engels. Met Aki slaag ik er toch in heel wat te leren over wat een jonge Japanse vrouw bezielt om op haar eentje de verre hoeken van de planeet te gaan verkennen. Met Belle, een 56-jarige Canadese, spreken we over het leven, jeugdtrauma's, overtuigingen, enz. Een diepe uitwisseling.

Met een hele bende gaan we 's avonds naar een traditionele dansspektakel. Het wordt een waar plezier omdat het heel oorspronkelijk en helemaal niet toeristisch-kitsherig is. Het is voor mij een mooie afsluiting van mijn aanwezigheid op deze mooie eilanden. Voor het slapen gaan loop ik nog naar het strand om afscheid te nemen van de zee. De lagune is kalm onder de volle maan die de scherpe bladeren van de palmbomen doet glanzen als zwaarden. Er waait een warme nachtbries. Vaarwel Moorea.

Erik en ik nemen afscheid van iedereen en vertrekken samen naar het hoofdeiland voor onze laatste dag in Frans Polynesie. 's Avonds lopen we naar de waterfront. Er zijn talrijke "roulottes", camionetten die pizza's en chinees eten verkopen. Veel mensen komen hier in de frissere avond iets goedkoops eten om daarna naar een gratis openlucht-concert te gaan. Het valt mij op hoeveel vrouwen een tatoeage hebben. Terwijl we onze pizza eten, komt een reuze cruise-schip aan. Ik tel minstens zeven verdiepingen vanaf het basisdek. Vermoedelijk het hoogste constructiewerk op de eilanden op dit ogenblik.

Even later ontmoet ik drie Argentijnen in de keuken van het hostel. In een lang gesprek heruitvinden we de wereld samen. In mijn te warme kamer, in mijn te klein bed daagt het mij hoe zelden we in ons dagelijks leven de kans krijgen om nieuwe mensen te ontmoeten. Op reis, als je daarvoor open bent, leer je elke dag een nieuw mens kennen, met haar/zijn dromen en verhaal. En telkens leer je weer iets over jezelf in de spiegel van hun ogen.

dinsdag, november 01, 2005

Chicago to LA via "Route 66"

Chicago-Los Angeles via Route 66

Route 66 is zowel voor Amerikanen als voor buitenlandse touristen een legendarische “snelweg”. De highway is intiem gelinkt met de ontwikkeling van het land tot een grote natie, met de hoop van tienduizenden interne migranten om ooit het beloftevolle California te bereiken en met de ontwikkeling
van het binnenlandse toerisme doorheen de demokratisering van het autobezit. Voor de romantici, verwijst Route 66 naar alles wat ooit groots en mooi was. Pure nostalgie dus. Ze spreken hier over “The Great Mother Road” of “Mainstreet America”. 2.200 mijlen (3.520km) die doorheen 7 staten twee grote havens, economische reuzen, verbinden : Chicago en L.A.

Saint Louis, Missouri

Ik geraak vlot uit Chicago en doorklief de regen tot in Springfield waar ik het geluk heb een camping te vinden met twee overdekte tentsites. Dit heb ik nergens anders tegengekomen, dus dat is even chance. In de ochtend straalt de zon opnieuw. Het wordt een leuke rit tot St Louis aan de Mississipi, 1 van de 2 machtigste rivieren van het land. Reeds van ver zie je de Gateway Arch aan de horizon. De Gateway Arch is een glanzend metalen boog van 189 m hoog en 189 m breed aan de voet, die de historische rol van St Louis symboliseert als toegangspoort naar het Westen (zie Links voor foto’s). De ietwat sjofele Huckleberry Finn jeugdherberg is handig gesitueerd in 1 van de upcoming buurten die de gepaste naam Soulard (zatlap) draagt. Inderdaad het krioelt er van rasechte pubs. Het duurt niet lang of ik beland bij John McGurk’s met een super-sympathiek koppel, Ola en George uit Pittsburgh en een Viking-deen : Thorleiv.
Het wordt een constante met de Amerikanen die ik in hostels tegenkom : ze denken dat de 9/11 aanslagen minstens op voorhand bekend waren door de Bush-administratie en dat men ze heeft laten gebeuren. Ze denken dat Bush niet zou (her)verkozen zijn zonder massale verkiezingsfraude. Ze hebben een klare kijk op de media-brainwashing…en zijn uiteraard tegen de oorlog in Irak.

De avond erna ga ik naar een soort kotfeest met Thorleiv en Rebecca, het meisje van de hostel-desk. De gasten zijn allemaal academici van de faculteit filosofie. Het is opmerkelijk hoe open mensen zijn en hoe vlot de contacten gaan : “ Hi, I’m Susan ” en daar ga je. Ik heb een hels succes met de Belgische sociale zekerheid en above all : met de loopbaanonderbreking. De meesten geloven hun oren niet. Ik moet me wel stillaan hoeden geen misleidende reklame te maken als ik van hieruit zie waar we naartoe gaan met de eindeloopbaandiscussie in Belgie.

Als gedreven door een vreemde kracht (de lokroep van het On the Road zijn ?) verlaat ik deze leuke stad, richting Tulsa in Oklahoma. De weg door Missouri is mooi. Ik geniet van de rit door deze groene staat met zijn uitgestrekte Mark Twain National Forest. Als bij wonder schakel ik de radio aan op een reklameloze Blues-zender wat een must is in deze Home of the Blues state. Cruise control, ogen en oren open. Laat maar binnenstromen.
Er zijn heel wat wegenwerken op de baan. En dat ze in de VS niet lachen met de veiligheid van de wegenwerkers blijkt uit de borden : “Hit a worker : 10.000 $ fine, 14 years of prison”. De boetes voor snelheidsovertredingen worden verdubbeld in zones waar werken aan de gang zijn. Deze zorg verwarmt mijn syndicalist-hartje.
In de camping van Joplin kom ik Herb en Nancy tegen, een gepensioneerd koppel. Ze hebben, als zovelen, hun huis verkocht en een reuze trailer (een soort reuze caravan) gekocht in de plaats. Nu zwerven ze rond als “American gypsies” (sic). Om hun spot op de camping te kunnen betalen werken ze beiden een paar uur per dag aan de receptie. Dit heet working campers.
Terwijl ik voor het slapen gaan in de locale fastfood naar Amerikaanse Voetbal zit te kijken passeert er weer reklame om in te lijven bij de Marines onder het motto “Defend Freedom”.
Ook op de radio zijn er regelmatig spots voor de verschillende legerkorpsen. Knappe spots die je bijna zouden doen vergeten dat er gewoon cannonenvlees nodig is.
Het is ‘s nachts snikheet in de tent, een gewone fleeze deken volstaat nu.

Oklahoma

Net voorbij de grens wordt het al direct droger. Grote stukken van de VS worden momenteel getroffen door abnormale droogte. Het is trouwens de jarenlange droogte in de jaren dertig, de “Dust Bowl”, die zoveel mensen Route 66 opjoeg op weg naar California. In een aantal zuidelijke staten was de aarde zo droog geworden dat de wind het stof honderden meters hoog deed opwaaien. De hemel werd zwart. Het vee stikte. Talloze mensen stierven aan stoflong. Boerderijen gingen failliet. De mensen vluchtten toen gewoon weg naar het beloofde land.

Ik volg lange stukken van de historische Route 66. Het is namelijk zo dat er nu slechts segmenten van de oorspronkelijke highway bestaan. Grote delen van de oude weg zijn gewoon vervangen door nieuwe, brede, zielloze Interstates. Maar langs de oude route, die “respectvol door de landschaps-elementen zigzagt, kom je kleine dorpen tegen met mooie houten huizen en oude bakstenen pakhuizen.
De grote monotone highways zijn ook favoriete uitstalramen van diverse organisaties en kerken om via grote borden hun boodschap te verspreiden. Nu eens zijn het Bijbelverzen of soms gewoon in het groot (18m2): JEZUS. Je zegt het.
Er zijn ook anti-abortus slogans zoals : “Abortion is stopping a beating heart 4000 times a day” of “Abortion, America’s number one killer”.
Dan zijn er de steunbetuigingen aan de troepen in Iraq of om soldaten te rekruteren. Maar niet iedereen heeft het zo begrepen : in the middle of nowhere langs Route 66, ergens tussen de velden heeft een bezorgde boer een eigen bord gemaakt en met de hand geverfd. Het zegt : “ 1901 dead, 14625 wounded, out of Iraq NOW “. Dergelijke initiatieven zorgen soms voor hoog oplopende burenruzies die soms tot in de pers geraken. Zoals met die advokaat die aan zijn gevel een grote pop van een dode GI gehangen heeft met het opschrift : Bush lied, I died.

Tussen Chandler en Oklahoma City is de rit heel leuk. Het landschap is perfekt. Beetje kleine huis in de prairie maar groene golfclub versie. Super zonnig ook. Ik bezoek een van de fameuze Route 66 highlights : de Round Barn, een prachtige ronde, houten schuur. Na Oklahoma City verandert het weer dramatisch en op een aantal kilometers zakt de temperatuur van 84 naar 57 graden Fahrenheit ofte van 29 graden Celsius naar 14. De hevige regen dwingt me de gezelligheid van een motelkamer op te zoeken. Het is heerlijk zappen tussen de tientallen TV-zenders. De Weather-channel is handig maar een beetje saai. Dan heb je een soort Poker-zender met partijen poker tussen louche personages.

De amerikaanse pers

Maar mijn favorieten zijn de diverse nieuwszenders. Op MSNBC stelt de Countdown presentator vast dat telkens wanneer het Witte Huis in de problemen komt er een of andere terroristische dreiging opduikt, in casu de dreiging in de Metro van New York. Zo heeft hij veertien maal hetzelfde patroon teruggevonden na een eenvoudige research in recente archieven. Op ESPN stelt een groepje Republikeinse Volksvertegenwoordigers in een ad hoc commissie vast dat Peak Oil, het ogenblik waarop de olie-reserves voor de helft opgebruikt zullen zijn, snel nadert. Vanaf dan zal aardolie steeds duurder worden met dramatische gevolgen voor de landbouw, de plastiek-en automobiel-industrie. Een politicus citeert de vondst van zijn echtgenote over SUV’s (4x4) : Suddenly Useless Vehicle omdat die monsters hectoliters stillaan onbetaalbare benzine verslinden.
Ik luister nog naar de laatste speech van Bush over Global Terror. Af en toe is het echt om te lachen. Volgens mij zit er nu een nieuw element in het discours. Hij vergelijkt de Jihadisten, Islamofascisten of moslimextremisten met het communisme. Dit argumenteert hij in diverse punten. Kwestie, waarschijnlijk, van de ernst en de duur van de strijd te onderstrepen. En van de aan het Amerikaanse volk gevraagde opofferingen.

Sommige media zijn kritischer dan ik dacht. Hoewel zelden van het basisidee “we zijn een groots en edelmoedig land dat zich soms vergist” wordt afgeweken, toch is er heel wat kritiek en zelfs pure Bush-bashing. Bill Maher in zijn programma Real Time op HBO, een bekende betaalzender, is zeker een van de meest rabiate opponenten van het moment. Er is ook het hele National Public Radio network dat heel genuanceerde en kritische info brengt.

Texas

Bij het binnenrijden van Bush-state lees ik een verkeersbord met “Drive friendly, the Texas way”. Wat verder slaat een ander bord een andere toon aan : “ Don’t mess with Texas”, een campagne tegen sluikstorten.

De weg tussen Elk City en Amarillo is vlakker dan vlak. Het enige relief zijn windmolens, elektriciteitspalen en bomen. Ik kom een aantal katoenvelden tegen langs de weg. Er is uiteindelijk heel wat landbouw hoewel alles droog lijkt.
De introductie van windmolens waarmee moeiteloos water uit de bodem kan worden gepompt heeft het leven in die relatief onherbergzame regio’s mogelijk gemaakt. Net zoals de airco de ontwikkeling van grote steden zoals Phoenix in Arizona heeft bevorderd.

Men zou het nooit vermoeden maar ergens wordt de Noord Texaanse vlakte doorkliefd door de tweede grootste canyon na Grand Canyon, de Palo Duro Canyon. Ik ga er camperen in de absolute stilte en pure schoonheid, ver van Amarillo stad.

New Mexico

Next stop is Albuquerque. Met een zalige jeugdherberg. Je voelt je gewoon thuis. Er is een salon met sofa’s en comfortabele zetels, volle boekenrekken, kunstwerken aan de muur en op de schoorsteen. ‘s Avonds wordt er door staf-leden gekookt en dan komen alle gasten samen in de keuken eten. Het is leuk om al die reizigers tegen te komen met elk hun eigen plan of droom. Twee kerels uit Montana zijn helemaal te voet afgezakt langs de Continental divide trail. Gary die geoloog is komt wat centjes verdienen in zijn thuisland alvorens hij weer naar Nieuw Zeeland vertrekt. Plus, hij wil mensen in de VS wakker schudden over het milieu en Global warming. Hij zegt : “ You know what the problem is with this country ? They say : ‘this is a free country, you can criticize it’. And when you criticize it they ask : "are you a fucking communist?“.

Veiligheid

Een jonge kerel, Matt, reist verschillende steden af om zich ergens te vestigen maar hij heeft juist vernomen dat Albuquerque 1 van de geweldadigste steden is in de VS. Als 0 geen geweld is en 100 maximaal geweld, dan heeft deze stad 100 volgens de ranking. Slik… Het viel me inderdaad op dat er een metaaldetector was aan de ingang van de universiteitsbibliotheek. “That’s a bad sign”, zegt Matt. Hij is op 1 dag tijd al diverse malen lastig gevallen.
De onveiligheid kan in een bepaalde stad gewoon van de ene straat tot de andere verschillen. Het ene moment ben je in een yuppiewijk en het andere zit je in een ghetto. In Saint Louis gaf de jeugdherberg een stadskaart aan de gasten met de wijken waar je beter niet gaat. Hier in Albuquerque durven ze misschien niets zeggen of je vlucht de stad zo snel mogelijk uit.

Albuquerque herbergt nochtans een prachtige campus, een leuk mexicaans-achtige old town, alsook het prachtig cultureel centrum van de 19 lokale indianen pueblo’s. De lokale indianen hebben een bepaalde graad van zelfbestuur in hun pueblo. Ze zijn er tevens bijzonder gehecht aan hun tradities en aan hun land en dit centrum is een uiting van hun trots. In het restaurant van het centrum kan je lekkere maisfrieten eten. Zonder mamoetsaus weliswaar.

Ik bezoek het Acoma-pueblo op de weg naar Gallup. Dit dorp is sinds de 12de eeuw bewoond en tevens 1 van de oudste nederzettingen in Noord-Amerika. Elf mijl van de highway in een prachtig en groots canyonlandschap ligt het dorp op de top van een mesa, een soort tafelberg, vanwaar het zicht over 360 graden adembenemend is. De oude kerk heeft een aarden vloer want moeder-aarde is heel aanwezig in hun godsdienst beleving. Acoma heeft trouwens een matriarchale maatschappijvorm. Alle macht en bezit gaat naar de jongste dochter. Ze raadpleegt haar broers maar beslist finaal. Ze oordeelt ook of ze mogen huwen. In geval van echtscheiding gaat alles naar de vrouw. Er zijn dan ook maar weinig echtscheidingen.

Tot in Gallup is de baan prachtig : een blauwe hemel dat het bijna pijn doet en aan mijn rechterkant een eindeloze klif in warme oker en rood-bruine tinten. Als ineens “Born to be wild” op de radio komt dan is het “ On the road gevoel “ compleet. Ik moet daar geen tekening bij maken.

Arizona

Arizona verwelkomt mij met twee van de mooiste natuurfenomenen die ik in de States gezien heb. De Painted desert (klik op de link in de rechterkolom voor foto’s, dan wordt het duidelijk dat het geen crazy amerikaan is die wat met verf gesmost heeft) en Petrified forest : door de millennia heen versteende bomen. De schors lijkt echt hout maar is steen. Het zijn de stille getuigen dat hier miljoenen jaren geleden een weelderig bos was in plaats van een rotswoestijn.
Uiteindelijk doe ik mijn intrede in weer zo’n stad met een mythische Route 66-naam : Flagstaff. Ook hier is er een super hostel vol leuke mensen. En weer progressieve Amerikanen zoals Casey die spreekt over “our oil-government”. Of Lynn met haar stickers op de auto : “Support our troops, bring them home” en “God bless everyone” (in reaktie op de “God bless America”-campagne)
Wat me altijd zal bijblijven is dat Flagstaff doorkruist wordt door 150 treinconvooien per dag die onafgebroken tussen Chicago en L.A. pendelen. Het gedender van de soms 120 wagons lange treinen (jawel, zelf geteld) is niet het ergste. Elke trein toetert minstens driemaal bij de belangrijkste oversteekplaats in het centrum. Het moet want met alle café’s in de buurt zijn er mensen die de treinen anders niet horen…(sic).

Ik slaag er nog in om in Phoenix twee razend interessante conferrenties van de “What the Bleep Do We Know” Conference Tour 2005 mee te pikken. De organisator verleent mij als buitenlandse wereldreiziger een “full scholarship” wat betekent dat ik gratis de 80 $-lezingen mag bijwonen. Vragen kost niets… Professor Fred Alan Wolf, alias Dr. Quantum heeft het over Quantumfysica en implicaties om als mens bewust ons leven te scheppen en de bioloog Bruce Lipton belicht de determinerende factor in onze biologie (niet DNA maar onze gedachten en geloofs-overtuigingen). Zie link.

Vanuit Phoenix begint mijn eindspurt naar het beloofde California. Met nog een mooie rit doorheen de Colorado woestijn. Ondanks de extreme omstandigheden is er toch heel wat fauna en flora te zien. Bomen zelfs, zoals de Palo Verdes, die hun wortels meters diep in de grond stuwen om er elke druppel vocht uit te kunnen halen. De woestijnvlakte is geflankeerd door brute, bruine rotsbergen, uiterst schraal begroeid, die dreigend contrasteren tegen de compromisloze blauwe hemel.
Ik breng een kort bezoek aan Joshua Tree Park, waar de unieke Joshua boom te bewonderen is en rij verder door een landschap dat me vaak aan Marokko doet denken. Er zijn in de buurt van Indio verschillende plantages van dadelpalmbomen.
Op de radio komen nu steeds meer spaanstalige zenders voor op de FM-band. Los Angeles is nu niet meer veraf. Maar eerst moet ik over de San Gorgiono pas met zijn duizenden windturbines. Op zo’n plekken zie je dat de aarde een toekomst kan hebben. 100 % propere energie. Het is zo eenvoudig…als men wil.

Los Angeles

Los Angeles en de ermee versmolten gemeenten strekken zich uit over tientallen miles. Van zodra ik de valley binnenrij hangt een laag rook alsof er een bosbrand woedt. Maar er is geen bosbrand…De lucht is grauw van de vervuiling. Een uur later rijd ik na een foutloze rit van 10.000 km doorheen 12 staten, Dickens Street binnen waar mijn boezemvriend Olivier en zijn echtgenote Collette wonen. Waow.

Ik spendeer nog 10 heerlijke dagen in L.A. waar ik snel leer overal te geraken met het openbaar vervoer. De afstanden zijn gewoon immens naar onze maatstaven. Vanuit de “randgemeente” Sherman Oaks heb ik ongeveer een uur nodig om in downtown te geraken via de Rapid en de Red Line Metro. Maar ik verveel mij nooit. Er is altijd wel iemand die me aanspreekt of een dagdagelijks gesprek om stiekem mee te volgen. Of merkwaardige details om me over te verwonderen zoals fake palmbomen als discrete GSM masten of de perfekte toegankelijkheid van de bussen (en eigenlijk alle openbare gebouwen en faciliteiten) voor rolstoelgebruikers. Veel metro-conducteurs zijn latino’s en wanneer ze door de micro spreken zou je durven wedden dat Manuel van Fawlty Towers aan het stuur is : “ Doars a closink, doars a closink “.

Mijn aanwezigheid in LA valt samen met de aankondiging van het bereiken van de kaap van 2.000 dode VS soldaten in Iraq. Dit feit gaat geenszins ongemerkt voorbij. Alleen al in LA zijn er die dag 23 peace-events. De kranten kunnen er niet naast kijken. Ook niet CNN. De LA Times wijst erop dat naast de overledenen nog eens de helft van de 15.000 gewonden te beschadigd is om de strijd te hervatten. Dit brengt het aantal uitgeschakelde "troops" (dit is pers-newspeak voor soldaat) op bijna 10.000 in 2,5 jaar. In vergelijking heeft 11 jaar Viet Nam oorlog 58.200 soldaten het leven gekost. Mijn vergelijking toont aan dat het niet verkeerd is te zeggen dat de VS in een nieuw Viet Nam verwikkeld zijn. Op een vredeswake kom ik een heel dynamische dame tegen, Laura, die elke vrijdag op de hoek van Ventura Bd en Laurel Canyon komt betogen. Ze animeert met haar dochter een eigen website. We raken bevriend.
Veel mensen willen dat de oorlogswaanzin nu stopt. Anderen denken dat “the job” in Iraq moet afgemaakt worden, zoniet zijn die 2.000 vrouwen en mannen voor niets gestorven. Tja !

Tussen het bezoeken van de bezienswaardigheden door (Getty Center, Santa Monica, Venice Beach, China Town, Olvera Street,…) regel ik Visa-formaliteiten bij het Consulaat van Thailand, haal ik mijn filmachterstand wat in en bereid ik mij voor op mijn volgende bestemming : Tahiti !

donderdag, oktober 13, 2005

Idaho to Chicago

Idaho

Na een korte stop in Boise, Idaho, doorkruis ik op 1 dag deze staat van links naar rechts op weg naar de prestigieuze Yellowstone National Park. Zuid-Idaho schonk me vooral landschappen van brede valleien geflankeerd door glooiende kale heuvels met een schots tintje. Moon crater park dat aan de baan paalde, zorgde voor varriatie en dwong een halte af. Het was een bizarre vlakte van zwarte verscheurde lava; maar nergens viel een vulkaan te bespeuren. De lava is gewoon uit barsten in de bodem gestoven en heeft dit merkwaardig mineraal landschap gecreeerd.

Yellowstone

Aan de grens met Wyoming verandert het landschap volledig. Net voor Swan Valley, een prachtige baan door agrarisch gebied met goudgele graanvelden die staan te popelen om geoogst te worden. Aan weerszijden frisse hartige heuvels en in de diepte een rivier waar vissers met hun bootjes afvaren. Hartverwarmend. En dat mag wel want de nachten worden heel koel. De herfst vordert snel in de Rocky Mountains waar ik constant minstens op 2000 meter zit.

Yellowstone is het eerste nationaal park ter wereld. De eerste dag maak ik een prachtige wandeling langs een meer en val ik oog in oog met een hert. We kijken elkaar even benieuwd aan en vervolgen elk onze weg terwijl de avondzon de hele scene van een mystieke zuiverheid vervult.
Op de campsite wordt ik uitgenodigd door twee koppels vriendelijke, progressieve americanen om rond het kampvuur een pintje te drinken. Beiden koppels hebben een meisje uit China geadopteerd. Pat is een fervente fietser en heeft alle grote klassiekers uit Belgie en Noord-Frankrijk afgekoerst. Hij heeft blijkbaar ook iets over onze bieren geleerd want hij kent veel merken. In hun beleving is iedereen tegen de oorlog in Irak, ze begrijpen dan ook niet wat de VS daar doet.
's Ochtends laten ze mij niet vertrekken vooralleer ik mijn "2 seconds tent" heb open getoverd.
Ik diende de tent trouwens eerst een uur te laten drogen want er lag een laag rijm op. Het heeft dus al gevroren vannacht... Gansen vertrekken stilaan in formaties naar andere oorden. Ook de eekhoorn die op drie meters heen en weer langs mijn tent met denne-appels spurt beseft dat de tijd dringt. Zijn verbetenheid doet me echt lachen van plezier.

Hoogtepunten van Yellowstone zijn Old Faithfull : een veld van meerdere hectaren vol Geysers van alle kleuren ( turkoos, goud, wit, modderig bruin), vormen (perfekte circels, Jakuzi-achtig, konisch), sterktes en geuren (sommigen ruiken naar rotte eiren (zwavel)). Het zijn eigenlijk allemaal warmwaterbronnen. Old Faithfull zelf, spuit water en stoom tientallen meter hoog de lucht in. En is geregeld als een klok, namelijk om de 90 minuten. Verder is er ook Artist Point : een zicht op een prachtige canyon met waterval en blauwgroene rivier in de diepte. De canyon wanden hebben een kleuren palet van gebroken wit naar oker. Dit is een plek die energie uitstraalt.

Wyoming

Wyoming is cow-boy land bij uitstek : in vrijheid lopende koeien-kuddes met brede in hun vel gebrande kentekens van de eigenaar. Loslopende paarden ook. Vaak kerels met cow-boy hoeden. Quasi iedereen heeft een SUV (4x4) vaak met aanhangwagen voor vee en paarden.
Mooie schuren verraden de rijkdom van hun inhoud. Na Cody rij ik door naar Sheridan, dwars door Big Horn Park. De prijs van de benzine is weer zachtjes aan het zakken. Tanken is dan de boodschap. Je weet niet wat morgen brengt. Soms heb je drie verschillende tankstations naast elkaar met krak dezelfde prijs. Hoe meer concurrentie hoe beter voor de consument...

Hier in het wilde westen prijken " Support our troops" stickers op talloze wagens. Je weet wel niet hoe oud ze zijn, die stickers. Veel mensen hier beginnen van gedacht te veranderen maar gaan niet noodzakelijk de sticker eraf halen.

Devils Tower is het volgend natuurwonder op mijn pad. Het is een massa gesmolten magma die doorheen hoger gelegen sedimentenlagen gestuwd werd en bij het afkoelen in kollommen fragmenteerde. Denk een beetje aan de zuilenbundels in sommige kathedralen. Toen met de miljoenen jaren het zachtere sediment erodeerde kwam langzaam deze gezuilde toren van 300m hoog aan het licht. De top is breed als een voetbalveld en er cirkelen roofvogels rond, als ik er toekom. Er zijn heel wat klimmers langs de wanden aan het werk. Devils Tower is een Mekka voor klimmers.

Ik vervolg mijn weg naar Sundance en Spearfield terwijl de avondzon voor magisch licht zorgt op de prairies. Uiteraard komt een camping opdoemen. Ik heb weer zin in een vettige hamburger...
Ik heb gemerkt dat ik van vlees een echte warmte shot krijg en dat kan schelen 's nachts in de tent.

In de ochtend kom ik een vriendelijke vijftiger tegen. Hij vertelt mij dat hij een weapon permit heeft. "Als ze schieten dan schiet ik. Als ze mijn auto pakken dan niet maar wel als ze iets aan mijn hond doen." Zijn overgrootvader heeft nog Butch Cassidy gekend toen hij de Stanton Brothers doodschoot in zijn dorp in Utah.

Mount Rushmore en Crazy Horse

Next stop is Mount Rushmore, het door iedereen gekende bergmonument met de hoofden van vier voor de prille VS beslissende presidenten : Washington, Jefferson, Lincoln, Roosevelt.
Het meest indrukwekkende is dat ze erin geslaagd zijn deze beelden te maken hoofdzakelijk met dynamiet. Je zou verwachten dat ze bang zouden zijn het gedane werk op te blazen. Neen dus.
Honderden mannen uit de streek van de Blackhills hebben hier jaren aan gewerkt. Ze spreken hier in hun typische Country-of-freedom-peptalk over een 'Shrine for democracy'. No comment.
Crazy Horse Memorial is een van de meest ontroerende verrassingen van deze reis. Ik wist niet goed wat ik moest verwachten. 10 $ entree, was veel ook. Van ver zag ik een volledige opengedynamiteerde bergflank met het reusachtige profiel van een indiaan erin. Oh my God waar mensen zich mee bezighouden, dacht ik bij mezelf.
Het verhaal is echter heel mooi : 50 jaar geleden hebben indiaanse wijzen van verschillende stammen ( the elders) Korczak Ziolkowski, een self-made beeldhouwer, uitgenodigd naar de Black Hills om de grote indiaanse leider Crazy Horse in de Blackhills te bijtelen. Sommige van die elders hebben nog met Crazy Horse gestreden. Ze wilden niet ver van Mount Rushmore aan de blanke man tonen dat de indianen ook grote helden hadden. Korczak besliste op quasi 40 jarige leeftijd hier zijn leven aan te wijden. Een film toont hoe hij 'from scratch' en zonder geld aan dit werk begon er er 3 decennia lang aan gewerkt heeft. Zijn vrouw die hij tijdens deze titaneske karwei heeft leren kennen en 7 van zijn tien kinderen zetten zijn werk voort. Hoe kitsherig ook het uiteindelijk beeld eruit moet zien toch is het voor de indiaanse stammen belangrijk. Later moet aan de voet van de berg een universiteit voor Native Americans komen. Het raakt me enorm hoe sommige mensen een levenswerk vinden of kiezen en hoeveel van hun persoon ze erin steken.

De verrassingen gaan door in het Badlands National Park : een formidabel landschap van eindeloze glooiende prairie abrupt afgebroken door The Wall : adembenemende rotsformaties die door erosie hun ongewone vorm gekregen hebben en onderaan The Wall de prairie die gewoon verder doorloopt maar tientallen meters lager. Ik kom er toevallig een vijftiger uit Washington State tegen. Hij is ook ver van huis maar hij vertelt me dat hij niet naar Mount Rushmore geweest is. Het patriotieke flag-waiving stoort hem. En hij vraagt zich trouwens af of dat kunst is, zo'n beeldhouwer die zich voor de kar van dit soort projekten laat spannen. Zijn sympathie gaat daarentegen uit naar het initiatief van de oude indianen.
Bij het verlaten van het park rijd ik oostwaarts door prairies van zacht golvende goudgele-velden. Dit is het Great Plains gevoel. De zon zakt langzaam in mijn rug en belicht mijn volledig gezichtsveld met warme zonnestralen. Links zie ik 6 paarden in een halve cirkel tegen elkaar praten. Ontroerend.
Ik verblijf in een mini-dorp temidden van de uitgestrektheid en haast me naar het Amerikaans voetbalveld waar de ouders van White River hun zoons aanmoedigen in hun gladiatorenstrijd tegen de "bezoekers". Voor alle veiligheid staat er een ambulance paraat. De zon gaat onder en de sfeer is geweldig in dit "middle of nowhere".

Native americans : een genocide

Ik leer meer over het droevige lot van de Native Americans in het Akta Lakota Sioux museum van Chamberlain. Toen Colombus aankwam waren er ongeveer 5 miljoen indianen in Noord-Amerika. Verspreid over 500 stammen. Tegen 1900, na slachtingen, westerse ziekten, deportatie ( de Trail of tears), enz. schoten er nog 237.000 over. Ze "hadden" de hele VS en na dappere, hopeloze oorlogen en de bedrieglijkheid van de blanken ( die hun eigen verdragen niet naleefden) hebben ze nu nog 4% over in de vorm van reservaten. De Blanken hebben er alles aan gedaan om hen hun cultuur en collectiviteitsgevoel te doen verliezen. Ze lijken daar uiteindelijk niet in geslaagd te zijn.

Dat hun cultuur ver boven die van de echte wilden, de blanken, torende mag blijken uit dit kort verhaal :

One evening an old Cherokee told his grandson about a battle that was going on inside him-self.
He said : my son, it is between 2 wolves.
One is evil : anger, envy, sorrow, regret, greed, arrogance, self-pity, guilt-resentment, inferiority, lies, false pride superiority and ego...

The other is good : joy, peace, love, hope, serenity, humility, kindness, benevolence, empathy, generosity, truth, compassion and faith...


The grandson thought about it for a while and then asked his grandfather :
-Which wolf wins ?

The old Cherokee simply replied : The one I feed.


On the road door South Dakota

Het landschap is eentonig agrarisch en plat. Maisvelden, graan, zonnebloemen, kilometers en kilometers aan een stuk. Nu en dan al dan niet vervallen houten of zinken schuren eenzaam in de velden. Af en toe grote cylindervormige graansilo's. Reklameborden voor een road-restaurant brengen er wat humor in. In koeien van letters staat er "Restaurant X : Snotty waitresses" en onderaan en in kleinere tekens "don't work here" of "Get smashed" (plezant als je aan 't rijden bent) en "potatoes" in het klein.

Er is weer paniek over de benzineprijzen. De toen aankomende storm op Texas zorgt voor een sluiting van de raffinaderijen. Laatst hoorde ik op TV een vertegenwoordiger van de consumenten zeggen dat John-modaal 500 $ per jaar meer betaalt dan in 2002 en 750 $ meer dan in 1999. Hij eiste de heropening van raffinaderijen die door de grote concerns waren gesloten om het aanbod te drukken. De Amerikanen, waarvan het wagenpark voor quasi 50% uit SUV's (4x4) bestaat en pick-up trucks (ook 4x4) hebben pijn in hun portefeuille maar switchen nochtans niet naar personenwagens of japanse kleintjes. Ze kopen gewoon een kleinere 4x4.

In Sioux City wordt ik aangesproken door een excentrieke vijftiger : Phil Claeys. Zijn opa kwam uit Brussel. Als hij verneemt dat ik uit Belgie kom kan zijn gastvrijheid niet meer op. Ik word getrakteerd in zijn stamcafee en aan iedereen die het wil horen voorgesteld met "He's from Belgium". Ik ontmoet zijn vriendinnen Nancy en Fiona. Nancy is de zus van een computer magnaat ( Gateway computers, waar ik nu toevallig op werk). Hij heeft een foundation voor goede werken opgericht en zij mag het geld uitgeven. Ze werkt rond domestic violence en ik leer haar Marshall Rosenberg kennen, de vader van de geweldloze communicatie.

Onnodig te zeggen dat Double U (Bush) weinig vrienden telt in dit sympathiek en vrolijk gezelschap.
Hoe toevallige ontmoetingen voor altijd een gezicht geven aan een van de veel doorkruiste steden.

Chicago !!!!!

Mijn intrede in Chicago is episch. Je mag op de brede ring maar 55 mph rijden maar iedereen zoeft je gewoon voorbij, links EN rechts aan minstens 70 mph. Ik slaag er toch in na 3.500 miles de auto veilig te parkeren in een van de peperdure betalende parkings : 20 $ per 24 uren.
Fiona had me verwittigd : mensen geraken gewoon sociaal geisoleerd omdat vrienden twee keer nadenken om ergens af te spreken; je geraakt gewoon nergens je auto kwijt.

Naast de wandelingen passeer ik ook heel wat tijd in Barns and Nobles. Een supergezellige boekhandel(keten). Je hebt er gewoon stoelen en tafels waar je boeken kan verkennen en soms gewoon uitlezen zonder dat iemand je komt lastig vallen om iets te kopen. Er is ook een cafee aan en veel mensen kopen gewoon een koffietje om op hun gemak te lezen. Bij het overlopen van een van de boeken die ik opensla daagt mij een nieuw inzicht : onvoorwaardelijk houden van iemand kan pas als je onvoorwaardelijk van jezelf houdt. Je moet eigenlijk van jezelf houden zoals een moeder van haar kind houdt : zoals het is, los van prestaties, resultaten. Gewoon omdat het is. Boeiend en uitdagend.

Weer ben ik gezegend met het weer. Chicago waar het ijskoud kan zijn kent een abnormaal hoge temperatuur voor de tijd van het jaar. Als ik een boottocht boek georganiseerd door de Chicago Architecture Foundation is de stad zonovergoten en de lucht glashelder. Het is een schitterende ervaring om in de zon op de rivier te varen tussen al die wolkenkrabbers terwijl een gepensioneerde architect je alle geheimen over stijl en archtitecten onthult.
Interessant om kennis te maken met sommige grote namen van de architectuur als Mies van der Rohe, Fujikawa, De Stefano en de quasi organische levensgeschiedenis van een stad. In 1871 vernietigde een brand de Central Business District en gingen 17.000 gebouwen tegen de vlakte.
Een blanco blad voor architecten.

Op mijn weg door de straten van Chicago kom ik een soort futuristische tweewieler op elektriciteit tegen waar je gewoon met je twee voeten naast elkaar op staat en dat zelf in evenwicht blijft. Leun je naar voor, dan rijdt het naar voor en vice versa. Politie en parkwachters circuleren er al op. Zie www.segwayexperience.com
En by the way, het draait ook.

Zo. In mijn volgend verslag zullen jullie meer vernemen over mijn terugrit naar L.A. langs de legendarische Route 66, de media over Bush, en rariteiten zoals de Blueberry-pizza (nee, ik vind dit niet uit) van Pizza Hut.

Gaetan
vanuit Albuquerque, New Mexico